Binnen 'Pedagogisch-didactische vorming' komen volgende aspecten aan bod:
- Opvoeden vroeger en nu
- Differentiatie binnen één groep: contractwerk en leefgroepen
- Differentiatie tussen leeftijden: de 5-6 jarigen en de peuter
- Kritische blik op opvoeding en onderwijs in onze hedendaagse maatschappij
Binnen 'Zorgverbreding' komen volgende aspecten aan bod:
- Zorgbeleid op school
- Zorgteam
Denk- en redeneervaardigheden
- De student kan zelfstandig nieuwe kennis verwerken, verbanden leggen tussen verschillende (theoretische) onderdelen en toepassen in de (klas)praktijk.
Informatie verwerven en verwerken
- De student kan beroepsspecifieke informatie opzoeken, analyseren en toepassen in de (klas)praktijk.
Oplossingsgericht kunnen werken
- De student kan op een systematische manier (beroepsspecifieke) problemen analyseren om zo tot een passende oplossing te komen.
Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
- De student kan een beredeneerd, persoonlijk standpunt innemen t.o.v. beroepsspecifieke en ethische, normatieve en maatschappelijke thema's en vragen.
- De student ontwikkelt een persoonlijke visie op beroepsspecifieke maatschappelijke thema's.
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- De student kan via observaties, raadplegen van het kindvolgsysteem, gesprekken met mentor en ouders, de beginsituatie van de groep en de kinderen achterhalen.
- De student kan bij het kiezen en formuleren van doelen gebruik maken van de decretale ontwikkelingsdoelen, het ontwikkelingsplan en de ontwikkelings- en leerlijnen van de leerplannen.
- De student kan rekeninghoudend met de beginsituatie en het kleuterprofiel thema's ontwerpen die ontwikkelingswaarde hebben, met aandacht voor alle ontwikkelingsdomeinen.
- De student kan een rijk en gevarieerd thema uitwerken in een breed en logisch samenhangend aanbod dat afgestemd is op de noden van de kleuters.
- De student kan aangepaste werkvormen kiezen en deze afstemmen op de doelstellingen.
- De student kan hoeken laten groeien in functie van een thema en het ontwikkelingsniveau van een groep kleuters.
- De student kan inschatten wat zich voordoet in de leeromgeving van de kleuters en hier gepast stimulerend tussenkomen.
- De student heeft kennis van de zorgbrede aanpak (observeren, differentiëren en remediëren) en inzicht in de functie van kindvolgsystemen en observatieinstrumenten.
- De student kan oog hebben voor de specifieke behoeftes en de mogelijkheden van kleuters in het kader van het leerzorgbeleid en de handelingsplanning om van daaruit zijn aanpak aan te passen door te differentiëren.
Opvoeder
- De student kan specifieke ontwikkelingsbehoeften van (zorg)kleuters ontdekken en hier gepast op inspelen.
- De student kan de eigenheid van elk kind ontdekken, bespreekbaar maken en hier gepast op inspelen.
- De student kan maatschappelijke tendensen in verband met opvoeding, kritisch analyseren en beoordelen en zijn waardenoriëntering eventueel bijsturen.
- De student kan socio-emotionele problemen en ontwikkelingsbedreigde kleuters herkennen en hier gepast op inspelen.
- De student kan aangeven waarom welbevinden belangrijk is in het pedagogisch-didactisch handelen.
Organisator
- De student kan een gestructureerd speel- en leerklimaat ontwerpen op maat van alle kleuters.
- De student kan een kindgericht dagverloop creëren, dat past in de korte- en lange termijnplanning.
- De student kan eenvoudige administratieve taken op correcte wijze uitvoeren.
- De student kan het belang inschatten van een stimulerende en werkbare leefruimte voor de veiligheid van kleuters.
Innovator en onderzoeker
- De student kan zich verdiepen in praktijkrelevante nieuwe inzichten rond opvoeding en onderwijs.
- De student kan de resultaten van onderwijsonderzoek lezen en interpreteren.
Partner van externen
- De student kan zich informeren over initiatieven en instanties die relevant zijn voor het klas- en schoolgebeuren.
Fournier, M. (2007). Meer zorg voor kleuters via contractwerk. Leuven: LannooCampus.
Peeters, E., & Severeyns, A. (2008). Pedagogisch-didactische vorming en zorg deel 2. Onuitgegeven cursus bij het tweede jaar Bachelor in Onderwijs: Kleuteronderwijs, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Lerarenopleiding Vorselaar.
Laevers, F., & Depondt, L. (2004). Ervaringsgericht werken met kleuters in het Basisonderwijs. Leuven: CEGO.
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. (2005). Gelijke onderwijskansen voor elk kind... scholen maken er werk van. Departement Onderwijs: Cel Publicaties Onderwijs.
VVKBaO. (2000). Ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool (4e druk 2002). Brussel: Vlaams verbond katholiek basisonderwijs.
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
|||
Vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
|
|
Mondeling examen
|
100
|
Mondeling examen
|
100
|
|
100%
|
|
100%
|
|
100%
|