Nederlands deel 2 (2008-2009)

Initiatie kinderliteratuur gekoppeld aan : - zelfstandige verwerking (samenstellen van een prozabundel: lectuur van kinder- en jeugdliteratuur) Taalsystematiek: - de plaats van grammatica in het geheel van de taalbeschouwing - de structuur van de zin - de woordsoorten - oefeningen Kunst in Zicht (afhankelijk van het aanbod in semester 1 en/of 2) - bijwonen van één of twee theatervoorstellingen voor leerlingen van de lagere school - kort verwerken van deze voorstellingen

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
In het eerste jaar werkt de student aan de volgende algemene competenties: - beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie - teamgericht kunnen werken - besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid - denk- en redeneervermogen - kritisch reflecteren - oplossingsgericht kunnen werken - informatie verwerven en verwerken - een ingesteldheid hebben tot levenslang leren

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Naast de algemene competenties werkt de student ook aan beroepsspecifieke competenties: - als begeleider van leerprocessen is de student in staat om de leerinhouden op een didactisch verantwoorde manier te vertalen naar de lagere school - als opvoeder is de student in staat om de leerlingen op te voeden tot mondige en taalweerbare kinderen - als inhoudelijk expert is de student in staat om de leerinhouden die hierboven bij inhoud vermeld staan, inzichtelijk te verwerven en te beheersen - als inhoudelijk expert is de student ook in staat om de leerinhouden van de lagere school inzichtelijk te beheersen - als organisator is de student in staat om een stimulerende leer- en werkomgeving te creëren met een permanente aandacht voor de taalvaardigheden van de leerlingen - als cultuurparticipant is de student in staat om een verantwoorde keuze te maken wat betreft het culturele aanbod (theater, poëzie, verhalen)

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

- De student heeft voldoende interesse voor het fenomeen taal en communicatie. - De student beheerst de leerstof van de lagere school en beschikt zelf over voldoende achtergrond om die leerstof zinvol te kaderen. - De student is bereid die achtergrond verder uit te diepen in functie van de lagere school. De student is zelf voldoende taalvaardig (mondeling en schriftelijk) om voor de leerlingen een voorbeeldfunctie uit te oefenen. De student is bereid om zijn eigen taalvaardigheid verder te optimaliseren.

A. Type

  • cursus
  • materiaal op WWW

B. Verplichte leermiddelen

Cursussen van de docenten - Leerplan lezen - Woordenlijst Nederlandse taal (de meest actuele versie) - Uyttendaele, J. en H. Mels: Nieuwe spelling zachte helling. Leuven: Wolters 2005. - Idem: Spellingtrainer. Leuven: Wolters 2005.

C. Aanbevolen leermiddelen

Ides Callebaut: Taalbeschouwing in de basisvorming. Jan T'Sas e.a.: www.neejandertaal.be Woordenlijst Nederlandse taal www.taalsite.nl www.taaltelefoon.vlaanderen.be

A. Types

  • hoorcollege
  • oefenpracticum

B. Omschrijving

Hoorcolleges en workshops wisselen elkaar af. Tijdens de hoorcolleges wordt de theorie uit de doeken gedaan, tijdens de workshops krijgt de student de kans om de theorie in verband met zins- en woordleer in te oefenen.

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen
  • paper/werkstuk

B. Omschrijving

2de examenperiode
% vorm
20% Prozabundel, samengesteld door de student + mondeling verdedigd tijdens examen
10% Recensie van een toneelvoorstelling
70% Taalsystematiek: zins- en woordleer
De studenten bereiden theorie en toepassingen voor elk hoorcollege voor. Tijdens de hoorcolleges wordt de kans geboden vragen hieromtrent te stellen. Tijdens een monitoraat kunnen studenten hun vragen stellen over de leerstof theorie/toepassingen) en i.v.m. het persoonlijk werk (prozabundel samenstellen).
OA:
10250081
Code:
10250081
Vakcoördinator:
Vanessa Dockx
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands