De lange stage bestaat uit vijf weken stage in een eenzelfde kleuterschool, waarvan minimum twee weken zelfstandige stage. De student functioneert als volwaardig lid van het schoolteam.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Het algemene doel van de lange stage in het derde jaar kunnen we als volgt formuleren: ontwikkelen van alle basiscompetenties om startbekwaam in het beroep te kunnen intreden. In het kader van dit algemene doel worden volgende concrete doelstellingen nagestreefd:
- Verder bekwamen in en verruimen van de reeds verworven basiscompetenties.
- Het aanbod en de begeleiding kunnen afstemmen op risico-kleuters en kinderen met een andere culturele achtergrond (kansarmen en allochtonen, eventueel ook gehandicapten).
- Meewerken aan onderwijsinnovatie en leren hanteren van vernieuwend aanbod zowel qua inhoud als qua methode.
- Zich bekwamen in zijn rol als partner van ouders en verzorgers door informele en formele contacten.
- Leren functioneren in een team.
- Contacten leggen, communiceren en samenwerken met externen.
- De eigen blik verruimen betreffende het onderwijs in het algemeen en de rol van de kleuterleerkracht in het bijzonder.
- Kritisch kunnen benaderen van actuele maatschappelijke thema's voor zover ze een impact (kunnen) hebben op het klas- en schoolgebeuren.
Een opleidingsvisie gericht op 'levenslang en levensbreed leren' beoogt in het derde jaar een grote mate van zelfsturing bij het eigen leren. Dit houdt in dat de student in staat moet zijn:
- Zelf zijn leerproces in handen te nemen.
- Te reflecteren op het eigen beroepsmatig functioneren.
- Handelingsalternatieven te kunnen bedenken en deze zelfstandig te kunnen uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Je gebruikt het persoonlijk verworven niveau van je algemene en specifieke beroepscompetenties en attitudes waaraan je in je eerste en tweede jaar gewerkt hebt.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- Stage-informatieboek
- Stageopdrachten
- Moduleboeken
- Cursusmateriaal lectoren
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- stage
- Andere: coaching door stagebegeleider
B. Omschrijving
Vijf weken stage in eenzelfde stageschool.
De neerslag van de stagepraktijk verzamelt de student in een stageboek: onderzoek beginsituatie stageschool en -klas, planning, thema-uitwerking, lesvoorbereidingen, reflectie,...
De neerslag van de persoonlijke groei houdt de student bij in een persoonlijke ontwikkelingsplan (POP) en in een portfolio met bewijsstukken. De student houdt gedurende heel het academiejaar de persoonlijke ontwikkeling bij.
A. Types
B. Omschrijving
De beoordeling is het resultaat van de prestaties tijdens de lange stage, het stageboek, het persoonlijke ontwikkelingsplan en het portfolio. De student houdt gedurende het hele academiejaar de persoonlijke ontwikkeling bij. Indien de student voor dit onderdeel niet slaagt in de eerste zittijd, wordt de student uitgesteld. Voor dit opleidingsonderdeel kan de student niet herkansen in de tweede zittijd.