Het afstudeerproject is een teamwerk waarin elk individu een eigen persoonlijke bijdrage moet leveren om de kennis met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek te concretiseren.
Het afstudeerproject integreert verschillende vaardigheden:
- de student leidt een probleem, doelstellingen en een prodcut af vanuit een kritische analyse van een vroedkundig onderwerp.
- de student plant en maakt afspraken en respecteert de afspraken en is in staat om zowel samen als individueel te werken.
- de student raadpleegt recente en relevante bronnen, verwerkt de informatie in functie van het product, abstract, literatuurstudie of tekst en is in staat dit voor een jury te presenteren.
- de student reflecteert over zichzelf, de groep, het proces, het product en ethische vragen en kent de zwakke punten en kan deze eventueel corrigeren.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
- de student is in staat om een relevant probleem betreffende zijn toekomstige werkomgeving te beschrijven en formuleert relevante (persoonlijke) doelen met betrekking tot dit probleem.
- de student is in staat om te plannen en afspraken te maken en deze te respecteren.
- de student is in staat om samen te werken in functie van de realisatie van het project.
- de student is in staat om het onderscheid te maken tussen evidence-based en andere informatie.
- de student is in staat om het onderscheid te maken tussen wetenschappelijke en andere bronnen.
- de student is in staat om informatie te zoeken en te vinden door gebruik te maken van verschillende bronnen (internet, bibliotheek, ...).
- de student is in staat om een synthese te maken van de gevonden informatie en integreert deze in een goed leesbare tekst.
- de student is in staat om correct te refereren naar de gebruikte bronnen.
- de student is in staat om het resultaat te presenteren voor een groep.
- de student is in staat om te reflecteren.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 De vroedvrouw beschikt over het vermogen om, via reflexie, haar eigen identiteit te bewaken en uit te bouwen zowel binnen haar beroepsdomein als lid van de samenleving.
- C03 De vroedvrouw kan evenwichtig voelen en denken; een evenwichtige persoonlijkheid en een kritisch, analytisch én integrerend denkvermogen vormen een onmiskenbare basis voor adequaat en methodisch verloskundig handelen.
- C09 Een vroedvrouw die instaat voor de opleiding van studenten, beschikt over de expertise om de competenties van vroedvrouw over te dragen op de student-vroedkunde.
- C10 De vroedvrouw heeft de expertise om, vanuit een holistisch referentiekader, de noodzakelijke, accurate en multidimensionele zorg te verlenen aan de cliënt. Zij is in staat deze zorg aan te passen aan de levensfase van de cliënt.
- C11 De vroedvrouw kan reflecteren over de eigen praktijk en de bijhorende persoonlijke belevingsaspecten. Zij is in staat deze reflecties actief te integreren in de permanente ontwikkeling van haar beroepsactiviteit.
- C12 De vroedvrouw beschikt over de competenties om zich via vakliteratuur permanent bij te scholen; daarenboven is zij zich terdege bewust van het belang van wetenschappelijk onderzoek en kan zij de impact hiervan adequaat plaatsen binnen de beroepsuitoefening.
- C13 De vroedvrouw kent de wetgeving en het beleid met betrekking tot haar beroep en laat haar professionele activiteit door deze bepalingen sturen.
- C14 De vroedvrouw levert een actieve bijdrage aan kwaliteitsbevorderende processen door de implementatie hiervan te ondersteunen en te bewaken.
- C15 De vroedvrouw beschikt over de nodige sociaal-communicatieve competenties om het communiceren en samenwerken met anderen adequaat te realiseren.
- C16 De vroedvrouw kan overleggen en beschikt over het inschattingsvermogen om de cliënt door te verwijzen wanneer nodig.
- C17 De vroedvrouw is positief kritisch ingesteld om eigen handelen en dat van het team in vraag te stellen.
- C21 De vroedvrouw is competent om een project te organiseren in verband met gezondheid en welzijn.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Cursus wetenschappelijk onderzoek
beroepsspecifieke kennis
A. Type
- handboek
- cursus
- materiaal op WWW
- Andere: alle relevante en wetenschappelijke bronnen
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
de Jong, A., Vandenbroele H. (2003). Inleiding wetenschappelijk onderzoek voor het gezondheidsonderwijs. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg.
A. Types
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
- paper/werkstuk
- presentatie
- permanente evaluatie
- projectwerk
B. Omschrijving
door promotor en eventuele co-promotor