In het derde jaar ga je gedurende 18 weken op stage (4 dagen per week) eventueel in het buitenland. De stage is een verderzetting van de stage uit het tweede jaar. Voorts werk je aan een welomlijnd orthopedisch probleem dat je volledig op het stagebedrijf uitwerkt. Dit mondt uit in een eindwerk dat je voorlegt en verdedigt ten overstaan van een openbare jury.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De orthopedisch technoloog kan op adequate wijze een orthopedisch hulpmiddel vervaardigen, herstellen en onderhouden.
- C02 De orthopedisch technoloog kan de patiënt en een bestaande orthopedische voorziening evalueren, de therapeutische waarde ervan inschatten en uit het gamma orthopedische voorzieningen een geargumenteerde en verantwoorde keuze maken.
- C03 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze samenwerken en overleg plegen in een multidisciplinair team.
- C04 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze informatieverstrekking geven aan patiënten, specifieke doelgroepen, collega’s en aan (para)medici.
- C05 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze meewerken aan toegepast wetenschappelijk onderzoek.
- C06 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze informatie verzamelen en verwerken.
- C07 De orthopedisch technoloog kan op een adequate wijze beleid voeren.
Toelichting:
Basiscompetenties:
Studenten kunnen een probleemstelling definiëren en aflijnen.
Studenten kunnen een plan van aanpak opstellen en er correct naar handelen.
Studenten kunnen vakliteratuur raadplegen en kritisch beoordelen.
Studenten kunnen een probleemstelling uitdiepen, verder uitwerken en eventuele verbeteringen of oplossingen aanreiken.
Studenten kunnen van dit alles een schriftelijke neerslag maken en dit voorbrengen en verdedigen voor een jury bestaande uit externen en internen.
Extra competenties:
Studenten kunnen hun eigen functioneren beoordelen in een evaluatiegesprek.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
-theorie uit het eerste en tweede jaar met een parate kennis van vooral anatomie, fysiologie, pathologie, biomechanica en orthopedische technologie
-praktijk opgedaan tijdens het eerste en tweede jaar en kennis opgedaan tijdens de stage van het tweede jaar en derde jaar
A. Type
- cursus
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
stagebegeleiders, 2005, stagebundel, niet gepubliceerde bundel, KHKempen, Geel
mediatheek KHK, 2005, stijlwijzer, KHKempen, Geel
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving