Geriatrie (2008-2009)

Geriatrie theorie: We bestuderen het maatschappelijke denkbeeld i.v.m. de groep ouderen met zijn vooroordelen en weerleggen dit vanuit het competentiemodel. Daarnaast komt de socio-emotionele situatie van de oudere aan bod. In een volgend hoofdstuk benaderen we de pathologie en de ergotherapeutische interventies vanuit het ICF model. Het ethisch handelen en evidence based werken wordt eveneens besproken alvorens af te sluiten met enkele  actuele thema's van de woon-en zorgcentra.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C03 De ergotherapeut is in staat om paramedisch en agogisch te handelen om op een verantwoorde en methodische wijze aan verandering of behoud te werken.
  • C04 De ergotherapeut kan zich als deskundig beroepsuitoefenaar profileren in een multidisciplinair behandel- en/of zorgteam om op een adequate wijze samen te werken in een cliëntgericht volgsysteem.
  • C05 De ergotherapeut kan wetenschappelijke informatie zelfstandig verwerven en verwerken om zichzelf een proces van levenslang leren eigen te maken.
Toelichting:
Ergotherapie geriatrie theorie Basiscompetenties -De student kan de maatschappelijke ouderenbeelden weerleggen aan de hand van het competentiemodel en aanverwante ergotherapeutische modellen. -De student kan op basis van casuïstiek de socio-emotionele draagkracht van de oudere bepalen en hier ergotherapeutisch op anticiperen. -De student kan de basis van de gerontologie verduidelijken en toepassen vanuit ergotherapeutische interventies. -De student kan de kennis van de gerontopathologie gebruiken om de oudere te situeren in zijn meest geschikte woonvorm. -De student kan de verschillende modellen binnen de ouderenzorg toepassen op een casus. Extra competenties -De student kan de effecten van pensionering linken aan het ouder worden. -De student kent de verschillende woonvormen en kan de verschillen verduidelijken.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

geen

A. Type

B. Verplichte leermiddelen

Ergotherapie in de gerontologie, basisboek voor kwaliteitsvolle hulpverlening, Leen De Coninck (red), ACCO Leuven, 2008

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • begeleide zelfstudie
  • discussieseminarie
  • groepswerk

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen

B. Omschrijving

Het examen januari: Dit is een schriftelijk examen Hier wordt er een onderscheid gemaakt in basis en extra competenties. Op de basicompetentievragen moet je 60% halen om geslaagd te zijn voor het examen. De verhouding basis-extra is 2/3 - 1/3 in het aantal examenvragen/examenpunten. Het examen juni Dit is een modeling examen Je krijgt een casus waarbij je een stukje pathologie moet thuisbrengen en de taak van de ergo verduidelijken. Verder vraag ik naar een indeling van de KATZ-schaal en een motivatie van een aangepaste woonvorm. Tot slot moet een model uit de ouderenzorg worden toegepast op de casus. Oefeningen kunnen via Toledo opgelost worden. Vragen mogen steeds in de les of via mail gesteld worden.
OA:
06022130
Code:
06022130
Vakcoördinator:
Koen Geenen
Semester:
1+2
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands