Initiatie kinderliteratuur gekoppeld aan :
- didactiek vertellen, voorlezen (afgestemd op eerste stage-ervaring)
- zelfstandige verwerking (de student stelt een gedichtenbundel samen)
Poëzie:
-
werken met gedichten in functie van het expressief lezen
-
didactische werkvormen
-
zelfstandig gedichten selecteren aan de hand van criteria
-
zelfstandig een aantrekkelijke gedichtenbundel samenstellen
Didactiek voortgezet lezen:
-
technisch lezen
-
begrijpend/studerend lezen
Didactiek luisteren:
-
luisteren bekijken als een actief en complex psychologisch proces
-
domeinen van luistervaardigheid
-
soorten van luisteren
-
hoe het luisteren didactisch organiseren
Kunst in Zicht (afhankelijk van het aanbod in semester 1 en/of 2)
-
bijwonen van één of twee theatervoorstellingen voor leerlingen van de lagere school
-
kort verwerken van deze voorstellingen
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
In het eerste jaar werkt de student aan de volgende algemene competenties:
- beschikken over het vermogen tot communiceren van informatie
- teamgericht kunnen werken
- besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
- denk- en redeneervermogen
- kritisch reflecteren
- oplossingsgericht kunnen werken
- informatie verwerven en verwerken
- een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Naast de algemene competenties werkt de student ook aan beroepsspecifieke competenties:
- als begeleider van leerprocessen is de student in staat om de leerinhouden op een didactisch verantwoorde manier te vertalen naar de lagere school.
- als opvoeder is de student in staat om de leerlingen op te voeden tot mondige en taalweerbare kinderen.
- als inhoudelijk expert is de student in staat om de leerinhouden die hierboven bij inhoud vermeld staan, inzichtelijk te verwerven en te beheersen.
- als inhoudelijk expert is de student ook in staat om de leerinhouden van de lagere school inzichtelijk te beheersen.
- als organisator is de student in staat om een stimulerende leer- en werkomgeving te creëren met een permanente aandacht voor de taalvaardigheden van de leerlingen.
- als cultuurparticipant is de student in staat om een verantwoorde keuze te maken wat betreft het culturele aanbod (theater, poëzie, verhalen).
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student beschikt over een goede mondelinge en schriftelijke beheersing van het Nederlands om voor de leerlingen een voorbeeldfunctie uit te oefenen.
De student is bereid om de eigen taalvaardigheid verder te optimaliseren.
De student heeft bovendien een gezonde interesse voor moderne Nederlandstalige kinder- en jeugdliteratuur.
De student is ertoe bereid om zich verschillende lees- en luisterstrategieën eigen te maken.
De student heeft voldoende interesse vor het fenomeen taal en communicatie.
De student beheerst de leerstof van de lagere school en beschikt zelf over voldoende achtergrond om die leerstof zinvol te kaderen.
De student is bereid die achtergrond verder uit te diepen in functie van de lagere school.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op WWW
- handboek
B. Verplichte leermiddelen
- Cursussen van de docenten - Leerplan lezen - Woordenlijst Nederlandse taal (de meest actuele versie) - Uyttendaele, J. en H. Mels: Nieuwe spelling zachte helling. Leuven: Wolters 2005. - Idem: Spellingtrainer. Leuven: Wolters 2005. - Vos, Jacques: Het huis lijkt wel een schip.
C. Aanbevolen leermiddelen
- cd-rom Spel correct
- Smedts W. en Van Belle W., Taalboek Nederlands, Pelckmans, Kapellen, 2003
- Paus H., Portaal. Praktische taaldidactiek voor het primair onderwijs, Coutinho, Bussum,2002
- Daems F. (e.a.), Leren leven in taal. Een moedertaaldidactiek, De Sikkel, Antwerpen, 1982
- Van der Geest A. en Swüste W., Luisteren in meervoud, Malmberg, Den Bosch, 1993
- Bol E., Leespsychologie, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1982
- Van Coillie J., Leesbeesten en boekenfeesten. Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken, Davidsfonds/Infodok, Leuven, 1999
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- stage
B. Omschrijving
Hoorcolleges wisselen af met workshops. Tijdens de hoorcolleges volgen de studenten les, tijdens de workshops krijgen ze de kans de theorie in te oefenen. Zowel lees- als luisterstrategieën, en de didactische toepassingen ervan, zullen geoefend worden.
Tijdens didactische ateliers kunnen deelaspecten (bv. didactiek van begrijpend lezen) ook ingeoefend worden
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- individuele taak
B. Omschrijving
1ste examenperiode
|
%
|
vorm
|
10
|
Luisterstrategieën
|
70
|
Leesstrategieën
|
10
|
Recensie schrijven van een toneelvoorstelling
|
10
|
Persoonlijk werk: samenstellen van een gedichtenbundel
|
De studenten bereiden theorie en toepassingen voor voor elk hoorcollege. Tijdens de hoorcolleges wordt de kans geboden vragen hieromtrent te stellen.
Tijdens een monitoraat kunnen studenten hun vragen stellen over de leerstof (theorie/toepassingen).
De toneelrecensie wordt door de docent gecorrigeerd om de student duidelijke feed-back te kunnen geven voor een tweede recensie (tweede semester).