Afstudeerproject (2008-2009)

Het onderwerp van het eindwerk moet verband houden met de onderwijsrealiteit. Het eindwerk bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel, waarbij het eerste duidelijk als achtergrond en basis voor het tweede fungeert. De theoretische gegevens verkrijgt de student vanuit persoonlijke, functioneel gerichte lectuur of veldonderzoek. Het resultaat van dit theoretisch gedeelte moet bewijzen dat hij een synthese van literatuur kan samenstellen. In het praktisch deel brengt de student verslag uit van een zelfstandig opgestelde unit (lessenreeks, activiteitengeheel, deelproject, ... ) die het eerste deel operationaliseert. Dit gedeelte is in principe getoetst aan de eigen praktijkervaring.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
Toelichting:

Afhankelijk van het project kunnen ook andere competenties aan bod komen:

B08 Teamgericht kunnen werken

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:

Afhankelijk van de keuze van het project kunnen ook andere functionele gehelen aan bod komen:

CO4 Organisator

CO7 Lid  van een schoolteam

CO8 Externen

De student bewijst dat hij kennis en vaardigheden uit verschillende functionele gehelen in een eigen project kan integreren.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

De student heeft een vakinhoudelijke en vakdidactische basis verworven doorheen de opleiding, evenals een algemeen didactische en pedagogische basis.

A. Type

  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

KHKempen stijlwijzer

Richtlijnen voor het uitwerken van het afstudeerproject op toledo 'documenten scriptie'

Door de student zelf te bepalen in functie van het gekozen onderwerp en in samenspraak met de eindwerkbegeleider.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

A. Types

  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

Proces: 30 %

Product: 60 %

Presentatie: 10 %

Studentgestuurd

De student kiest een promotor uit de groep lectoren van de opleiding. De promotor fungeert de als begeleider. Hij volgt het persoonlijk werktraject van de student op en stuurt het proces indien nodig bij. Indien van toepassing gebeurt dit in overleg met externen.

De student neemt zelf iniatief om de promotor te informeren over de vorderingen van zijn project. 

OA:
10250270
Code:
10250270
Vakcoördinator:
Hilde Hofkens
Semester:
1+2
Studiepunten:
6
Onderwijstaal:
Nederlands