Communicatie in het Nederlands 4 (2008-2009)

De hoofdcursus is gebaseerd op het handboek Tekstvaardig, Tekstgids. Van bachelors in het Office Management verwacht het bedrijfsleven naast de beroepsgerichte, technische kennis ook communicatieve vaardigheden. In de aangereikte methode worden de communicatieve vaardigheden besproken waarmee een beginnende werknemer te maken krijgt, a.d.z. corresponderen, vergaderen, presenteren, zakelijke gesprekken voeren, rapporteren, telefoneren, enz. In het eerste deel krijg je de noodzakelijke achtergrondinfo over een aantal mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden. Vooral informatie en tips over inhoudelijke aspecten en structuren komen erin aan bod. In het tweede deel maak je dan kennis met de opmaakkenmerken van de meest courante communicatiemedia. Een voortdurende wisselwerking tussen studenten en lector wordt beoogd, zowel bij het uitwerken van oefeningen als bij het aanbrengen van onderwerpen. In een afzonderlijke opdracht wordt de techniek van het rapporteren uitgelegd en daarna moet je een beknopt rapport schrijven over een zelfgekozen onderwerp. Daarin is er zeker aandacht voor citeren, refereren en parafraseren. Het gebruik van vaste structuren bij de opbouw van het rapport wordt sterk benadrukt. Voor de projectweek (periode vlak voor Pasen) is het belangrijk dat de studenten zoveel mogelijk betrokken worden in de organisatie van de opleidingsgerelateerde activiteiten, en dat onder begeleiding van de vaklector en steeds na instructie. Kortom, hoewel communiceren een complexe activiteit is, proberen we een transparant en overzichtelijk hulpmiddel aan te reiken om in die activiteit te groeien.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Zakelijke communicatie zelfstandig afhandelen.
  • C02 Zijn/haar werk en de daartoe benodigde competenties managen.
Toelichting:
Studenten oefenen verder in het verwerven van de nodige inzichten om verschillende correspondentieopdrachten te kunnen interpreteren en uit te voeren. Dit zowel wat de vorm als de inhoud en de stijl betreft. Studenten moeten in staat zijn een beknopt rapport volledig uit te werken zowel qua vorm als inhoud. Studenten blijven oefenen en inzicht verwerven in taal en stijl en correct schrijven. Studenten moeten een tekst op stilistisch vlak kunnen beoordelen. Studenten moeten in staat zijn mondelinge presentatie-opdrachten uit te voeren, al dan niet met voorbereiding. Studenten moeten met vaste tekststructuren kunnen omgaan, zowel in bestaande teksten als door zelf teksten te genereren. Studenten moeten inzicht verwerven in elementaire vergadertechnieken en de rol van voorzitter en notulist kunnen onderscheiden.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Geen specifieke voorkennis voorkennis; de student moet voldoen aan de voorwaarden om geslaagd te zijn in het voorgaande studiejaar van het gerelateerde studieprogramma.

A. Type

B. Verplichte leermiddelen

BAERT, M.-A., DE WITTE, A. 2003 Tekstvaardig, tekstgids Van In, eerste druk ISBN 90-306-3498-7, 324p. BAERT, M.-A. 1999, Communicatiewijzer, Van In, Lier, eerste druk, ISBN 90 306 2842 1. DE WITTE, A. BAECKENS, R. 1996, Zakelijke communicatie, Pelckmans, ISBN 90 289 2221 0. MEUKENS, P. CLAASEN-VAN WIRDUM, A. e.a 1997, Tekst & Toespraak, Groningen, Wolters-Noordhoff tweede druk , ISBN 90 01 192 92 0.

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • oefenpracticum

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen

B. Omschrijving

OA:
02240051
Code:
02240051
Vakcoördinator:
Piet Lambrecht
Semester:
2
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands