Binnen concepten geriatrische verpleegkunde wordt er o.a. stilgestaan bij multtidisciplinair werken, preventieve aspecten, aandacht voor woon- en leefklimaat, gerontologie en geriatrie, ethische aspecten, revalidatie en wetgeving. Het gaat hierbij om universele principes die los van de setting geïmplementeerd kunnen worden. Het doel is om deze concepten te gebruiken in het klinisch geriatrisch redeneren ten aanzien van specifieke patiëntensituaties.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
Toelichting:
Als geriatrisch verpleegkundige is het een must om kritisch en creatief te kunnen/durven nadenken. Aangezien ouderen zich in een broos evenwicht bevinden dienen linken gelegd te worden tussen aandachtsgebieden. De holistische benadering is zeker bij oudere personen erg belangrijk.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Toelichting:
Het pasklare antwoord is, zeker binnen geriatrie, niet vaak voorhanden. Als verpleegkundige, functionerend op bachelorniveau, dien je de reeds ontwikkelde kennis, attituden en vaardigheden te integreren om aldus specifieke problemen bij ouderen gefundeerd aan te pakken.
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC01 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- BC02 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team.
- BC05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief.
- BC06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- BC08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- BC11 Relevant en efficiënt schriftelijk en mondeling rapporteren.
- BC13 De zorg organiseren en coördineren.
- BC14 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- BC15 Zich professioneel ontwikkelen.
- BC17 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken binnen het verpleegkundig team.
- BC18 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
- BC20 Positief bijdragen tot de profilering van het beroep.
Toelichting:
De vermelde competenties slaan op elk deelconcept dat binnen dit OA wordt toegelicht. Bij het geïntegreerd aanwenden van deze competenties geeft men blijk van beheersing van dit OA.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
- paper/werkstuk
- permanente evaluatie
- projectwerk
B. Omschrijving
De deelconcepten welke te maken hebben met preventief werken, zorg voor woon- en leefklimaat, gerontologie en geriatrie, multidisciplinair werken worden geïntegreerd tijdens een mondeling examen beoordeeld. Dit wordt door de studenten aan de hand van een gekozen casus voorbereid.
Daarnaast wordt er voor multidisciplinair werken ook een opdracht uitgewerkt.
Ethische aspecten wordt permanent geëvalueerd aan de hand van opdrachten.
Recht en wetgeving wordt getoetst met een schriftelijk examen.
De contacten met de docenten verlopen via e-mail.