Tijdens het practicum wordt per groep van 4 à 5 studenten een onderwerp in overleg met de docent gekozen. Concreet bestaat dit uit volgende onderdelen:
- Een wetenschappelijke paper: eerst wordt wetenschappelijke informatie betreffende het gekozen onderwerp opgezocht, verzameld, beschreven en (tussentijds) besproken met de docent.
- Een presentatieposter: studenten leren de verzamelde informatie op een visueel aantrekkelijke manier presenteren. Foto’s worden op praktijklocaties verzameld en in de poster verwerkt.
- Een PowerPoint-presentatie: niet alleen het verzamelen en interpreteren van informatie is belangrijk, maar ook het presenteren.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 04. Kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar het ontwikkelen van meer adequate oplossingen
Toelichting:
De student vertrekt van de basisinformatie die aangeleverd wordt in de theorielessen en gebruikt die zelf bij het uitvoeren van de opdracht(en) geformuleerd in het practicum.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 05. Het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten
- 06. Kunnen samenwerken in een multidisciplinaire omgeving
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
- 07. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategiën
Toelichting:
Animal engineering is een multidisciplinair domein, waarbij naast de dierhouders o.a. dierenartsen, nutritionisten, ventilatiedeskundigen, stallenbouwers… betrokken zijn. Dit multidisciplinair karakter moet zich weerspiegelen in het denken van de student. Studenten die in deze discipline terecht komen, moeten kunnen samenwerken in een breed perspectief.
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
- C03 In staat zijn om in domeinen van het vakgebied een originele bijdrage aan kennis te leveren.
- C06 Een diagnose kunnen stellen.
- C28 Een dierlijk gedrag in een leefgemeenschap begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (LB).
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Algemene zoötechnie
Basiskennis ethologie
Basiskennis fysiologie
A. Type
- Andere: aangereikte wetenschappelijke artikels
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Geen
C. Aanbevolen leermiddelen
Recent aangekochte boeken en tijdschriften beschikbaar in de mediatheek.
A. Types
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
B. Omschrijving
Per 4 à 5 studenten wordt er een diergerelateerd engineeringtopic waarrond wordt gewerkt, gekozen. In iedere groep worden de taak verdeeld en werkt ieder –in overleg met de overige groepsleden- een deel uit.
A. Types
- permanente evaluatie
- praktische proef
B. Omschrijving
De praktische proef betreft het maken van een wetenschappelijke paper, een presentatieposter en een PowerPoint-presentatie waarbij dezelfde materie uit de doeken wordt gedaan.
De docent coacht de student tijdens de opdrachten.