Stage, seminarie, bedrijfsbezoeken (2008-2009)

Studenten gaan het tweede semester op stage in (FBLt) een farmaceutisch bedrijf (research) of in een instelling voor wetenschappelijk onderzoek in het domein van de moleculaire biologie, de galenica, de histo-pathologie, moleculaire diagnostiek, de biochemie, de genetica, de virologie of in een ziekenhuis (MLt). Als stageonderwerp wordt voor FBLt een welomlijnd onderwerp binnen het vakgebied van de opleiding opgedragen. De studenten van MLt zullen in de drie domeinen van de Klinische Biologie, de hematologie, de microbiologie en de klinische chemie, de verschillende routine analyses leren uitvoeren. Zij werken daarbij nog aan een wetenschappelijke studie in één van deze drie domeinen. De mentor van de stageplaats begeleidt het onderzoek. Een stagebegeleider van de hogeschool ziet toe op het correcte verloop van de stageactiviteiten. Hij neemt regelmatig contact op de stage-instelling en helpt bij de planmatige aanpak van het werk en bij de evaluatie. Ook een stage in het buitenland behoort tot de mogelijkheden.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
  • C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
  • C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
  • C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
  • C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
Toelichting:
1. De BLter past de wetenschappelijke basiskennis zelfstandig toe in nieuwe en onbekende werksituaties. De BLter kan zelfstandig complexere technieken uitvoeren en kan complexere software en apparaten gebruiken en bedienen en bijsturen waar nodig. De BLter kan zelfstandig beslissen welke software/ technieken/apparaten gebruikt moeten worden voor een bepaalde analyse 2 De BLter kan een nieuwe methode op punt stellen, een procedure uitschrijven en implementeren volgens de normen van een kwaliteitszorgsysteem. De BLter is kwaliteitsbewust en kan een continue bijdrage leveren tot het kwaliteitssysteem. 3. De BLter kan oplossingen voorstellen m.b.t. afwijkende resultaten. De BLter kan statistische gegevens interpreteren en de processen bijsturen indien nodig. De BLter kan de resultaten op wetenschappelijke wijze presenteren, communiceren en integreren in een groter geheel. De BLter volgt de evolutie aangaande regelgeving inzake hygiëne, veiligheid en milieu. 4. De BLter volgt de evolutie aangaande regelgeving inzake hygiëne, veiligheid en milieu. De BLter kan meewerken aan de toepassing van de geldende regelgeving inzake hygiëne, veiligheid en milieu. De BLters bezit de attitude om spontaan deze deontologische kennis correct te gebruiken 5. De BLter kan zelfstandig een werkschema opstellen en kan de analyses/SOPs volgens planning uitvoeren. Kan ook zelfstandig de planning bijsturen indien nodig. Bovenstaande competenties komen in volgende aspecten aan bod: 1. analyseren van een probleem d.w.z.: a. literatuurstudie over het gestelde probleem uitvoeren; b. het probleem eventueel opsplitsen in deelproblemen; c. de methode(n) en procedure(s) kiezen om het (deel)probleem aan te pakken; d. de methode(n) en procedure(s) aanpassen en eventueel optimaliseren; e. het praktische werk organiseren in functie van het te bereiken doel; f. metingen uitvoeren, resultaten rapporteren, interpreteren en evalueren; g. communiceren, zowel schriftelijk als mondeling, over de gestelde problemen. 2. handelingen uitvoeren met aandacht voor veiligheid en milieu; 3. samenwerken met alle medewerkers; 4. contacten leggen met collega's van andere diensten, uit andere bedrijven, leveranciers, ;..

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Competenties behorend bij de opleidingsonderdelen van het eerste en tweede bachelorjaar en het eerste semester van het derde jaar.

A. Type

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • stage

B. Omschrijving

practisch werk in een labo, literatuuronderzoek.

A. Types

  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

Gedurende de stageperiode wordt de stagiair permanent geëvalueerd door de stagementor. Voorafgaand aan het toekennen van de definitieve examenpunten gebeurt er per stageperiode een eindevaluatie met alle betrokken partijen. Dit betekent dat de betrokken student (stagiair) samen met de stagebegeleider en de stagementor een evaluatiegesprek voeren waarbij de evaluatiecriteria besproken en beoordeeld worden. Voor een stageperiode vanaf 5 weken, vindt er een tussentijdse evaluatie plaats. Voor internationale stages gebeurt de evaluatie volgens een vooraf bepaalde procedure.Document: procedure voor internationale stages Teneinde de evaluatie voldoende ruim en zo objectief mogelijk te houden, wordt er gebruik gemaakt van een door de opleiding opgesteld beoordelingsformulier. Om een gedifferentieerd beeld van de stagiair te bekomen worden een aantal vaardigheden en attitudes opgevraagd: * de voorkennis van de stagiair: basiskennis, tekortkomingen, aansluiting van het werk met de leerstof,... * de verwerving van theoretische kennis i.v.m. het stage- of eindwerkonderwerp. * de vaardigheden: handigheid, zelfstandigheid, planmatig werken en orde. * de attituden: interesse en verantwoordelijkheidsgevoel, de houding en stijl van de stagiair, initiatiefname * de verslaggeving : mondelinge rapportering, schriftelijke rapportering * een eindbeoordeling of algemene indruk De stagebegeleider maakt een schriftelijk verslag van deze gesprekken en vraagt de stagementor een globale beoordeling toe te kennen (geen punt, wel een gemotiveerde beoordeling met sterkte- en zwakteanalyse). Zo snel mogelijk na afloop van de stage organiseert de stagecoördinator een overlegmoment met alle stagebegeleiders van de opleiding. Deze groep bestaat uit ten minste 3 docenten. Dit kan per opleiding of per afstudeerrichting georganiseerd worden. De stagebegeleider bespreekt het functioneren van de stagiair en stelt hierbij een examenpunt voor gebaseerd op de evaluatiecriteria en scorelijst. De groep stagebegeleiders bevestigt dit voorlopig examenpunt of vraagt extra motivatie. Indien er meerdere stageperiodes per programmajaar doorlopen worden, is het examenpunt een weerspiegeling van het totale afgelegde stageproces. De stagecoördinator legt namens de groep het definitieve examencijfer vast als een geheel getal op 20. Hij bewaart de examencijfers evenals de verslagen van de evaluatiegesprekken. De punten worden niet aan de student bekend gemaakt. Indien er beslist wordt de student een onvoldoende te geven voor het opleidingsonderdeel stage (= een uitsluitcriterium, automatisch verwijzen naar bisjaar) moet er een extra geschreven motivatie toegevoegd worden, opgesteld door de groep van stagebegeleiders en ondertekend door de stagecoördinator. Een kopie wordt aan de student bezorgd.
OA:
06021360
Code:
06021360
Vakcoördinator:
Lydia Hendriks
Semester:
2
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands