De Anatomie en Fysiologie behandelt in het eerste semester uitgebreid het spijsverteringsstelsel van mond tot aars met als leidraad de afbraak en absorptie van de verschillende voedingsstoffen. De fysiologie van het lipidentransport in het bloed en de communicatie tussen hersenen, vetweefsel en het spijsverteringskanaal in de sturing van de energie-inname en uitgaven ronden dit deel van de cursus af . In het 2e semester komen vooral het cardiovasculair-, het immuun-, het renaal- en het endocrien stelsel aan bod. De andere stelsels worden eerder summier behandeld. Heel wat aandacht gaat naar het verwerven van de medisch-wetenschappelijke terminologie.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 De voedings- en dieetkundige kan een gepast voedings- en dieetadvies opstellen om de gezondheid te behouden en bevorderen.
- C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
- C08 De voedings- en dieetkundige past wetenschappelijke inzichten toe bij het oplossen van voedings-en dieetproblemen.
Toelichting:
- Studenten kunnen de wetenschappelijke- en Nederlandse term geven van anatomische structuren en deze lokaliseren op het lichaam.
- Studenten kunnen correcte schematische tekeningen maken van de anatomie.
- Studenten kunnen de functies van organen opsommen en de werking van de organen uitleggen.
- Studenten kunnen de reisweg van allerlei partikeltjes (eiwit-, vet-, ... , lucht-, bloed-, ...) in het lichaam weergeven en de fysiologische processen die deze hierbij ondergaan beschrijven.
- Studenten kunnen klaar en duidelijk de stand van zaken uitleggen aangaande de manier waarop hersenen, vetweefsel en het spijsverteringsstelsel de energie-iname en -uitgave sturen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student heeft regelmaat bij het studeren, vindt volgehouden inspanningen evident en wil met inzicht studeren.
A. Type
- handboek
- cursus
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
KIRCHMANN, L.-L. (2006) . Anatomie en fysiologie van de mens. Kwalificatieniveau 4. Eerste druk, zesde oplage, Maarssen, Elsevier gezondheidszorg, 445p.
COELHO. (2006) . Zakwoordenboek der Geneeskunde. 28ste druk, Doetinchem, Elsevier Gezondheidszorg
BOGMAN, L. (2008). Anatomie en Fysiologie: Aanvullende nota's spijsverteringsstelsel. Niet gepubliceerde cursus, Geel, KHKempen.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- begeleide zelfstudie
- groepswerk
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Het schriftelijk examen bestaat uit een variatie aan vraagvormen.
Anatomische kennis wordt getoetst aan de hand van een figuur. Daarnaast wordt medische terminologie bevraagd. Integratie van anatomie, terminologie en fysiologie gebeurt in meerkeuzevragen. Andere mogelijke vraagvormen zijn stellingen (juist of fout + motivatie), invulvragen, open vragen, ...