De cursus biedt een verdieping aan met grotendeels dezelfde basisingrediënten als in de cursus van het eerste jaar. Voor woordenschat staan andere woordvelden op het menu en in het deel grammatica worden ook meer genuanceerde taalstructuren belicht met meer aandacht voor didactische toepassing en remediëring. In het culturele luik staan Ierland, hetzij de U.S.A. centraal, zowel in historisch als in cultureel opzicht. Bij de activiteiten rond taalvaardigheden, wordt aandacht besteed aan andere tekstsoorten, meer complexe taalsituaties en creatieve presentaties zoals webquests. Hierbij gaan de zelfstandige activiteiten deels uit van begeleide zelfanalyse. Voor literaire teksten richten we ons vooral op poëzie.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
1. Als begeleider van leer-en ontwikkelingsprocessen
- is de student bereid zijn/haar vakdidactische aanpak voortdurend te bevragen en bij te sturenen slaagt hij erin functionele vormingsdoelen en concrete doelstellingen te formuleren aangepast aan de doelgroep.
- kan de student een gerichte keuze maken uit werkvormen en didactische hulpmiddelen en kritisch met schoolboeken en andere lesmaterialen werken.
- kan de student lesactiviteiten vlot kaderen in leerplannen en eindtermen en kan hij/zij efficiënt aan assessment doen en feedback geven.
2. Als inhoudelijk expert
- kan de student ‘woordenschat deel 3' actief gebruiken en zelfstandig en gericht aan woordenschatuitbreiding werken.
- kan de student de uitgediepte aspecten van de grammatica verklaren, toepassen en didactisch ‘vertalen’.
- kan de student de elementaire aspecten van de woordleer verklaren.
- beheerst de student de vaardigheden in meer complexe taalsituaties.
- kan de student de Engelse literatuur en de andere kunstvormen uit de cursus, kritisch analyseren, zijn/haar gefundeerde analyse persoonlijk verwerken en ze zowel mondeling als schriftelijk verwoorden en kan hij/zij deze leesvaardigheid ook toepassen op andere werken.
3. Als cultuurparticipant
- kan de student informatie over de belangrijke fasen uit de Britse en Amerikaanse geschiedenis opzoeken en toelichten en kan hij/zij de aspecten van Ierland en/of ‘USA Today’ die in de cursus aan bod komen, presenteren en verklaren.
- kan de student zijn/haar appreciatie m.b.t. de Engelse literatuur en m.b.t. de andere kunstvormen waarmee hij/zij in contact komt, zowel schriftelijk als mondeling verwoorden.
4. Als innovator
- kan de student nieuwe werkvormen en leermethodes in het vreemdetalenonderwijs kritisch benaderen en zelf ontwikkelen (o.a. webquests, Autonomous Learning Projects, integratie van liedjes, literatuur in beginnersonderwijs, …)
5. Als organisator
- kan de student multimedia en ICT gebruiken in presentaties die hij/zij in coöperatieve leersessies voorbereidt en voorbrengt.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- handboek
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Zie handboekenlijst
C. Aanbevolen leermiddelen
Zie Toledo
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- oefenpracticum
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- elektronisch leerplatform
- stage
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- peer assessment
- mondeling examen
- paper/werkstuk
- presentatie
- permanente evaluatie
- individuele taak
- projectwerk
B. Omschrijving