De cursus behandelt verschillende kwantitatieve microbiologische analysetechnieken. Tijdens het onderzoek van voedselstalen vinden al deze methoden hun toepassing.
Een aantal eenvoudige isolatietechnieken en identificatietechnieken voor Gramnegatieve bacteriën en Grampositieve bacteriën, als ook het gebruik van een multi-identificatie systeem vormen een belangrijk onderdeel: centraal staan aseptische techniek en het opvolgen van eenvoudige identificatieschema’s.
Controle van de werkomgeving is noodzakelijk daar micro-organismen processen kunnen beïnvloeden. Deze microbiologische controle gebeurt aan de hand van speciale technieken en deze worden uitgevoerd op diverse locaties in de school.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C05 De voedings- en dieetkundige analyseert voedingsmiddelen om de hygiëne en samenstelling te evalueren.
- C06 De voedings -en dieetkundige communiceert correcte wetenschappelijke informatie, ideeën en oplossingen m.b.t. voeding naar alle belanghebbenden (informatieverstrekker).
Toelichting:
- Studenten kennen de basisprincipes van bioveiligheid en kunnen ze toepassen tijdens de labo-oefeningen.
- Studenten kunnen een kwantitatieve microbiële analyse van levensmiddelen uitvoeren en dit aan de hand van verschillende technieken.
- Studenten kunnen bacteriën kweken en isoleren.
- Studenten kunnen Gramnegatieve bacteriën identificeren.
- Studenten kunnen Grampositieve bacteriën identificeren.
- Studenten kunnen werken met een multi-identificatie systeem.
- Studenten kunnen een microbiologische omgevingscontrole uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Basis labokennis microbiologie uit het eerste jaar: aseptische technieken, correct microscopisch onderzoek.
Theoretische kennis microbiologie en biologie uit het eerste jaar.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
VANGEEL, D, TYTGAT, I, Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Geel.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
Het schriftelijk labo-examen bestaat uit een reeks open vragen. De nadruk ligt op terminologie, gestructureerde weergave van identificatieschema's, kennis van gebruikte materialen en methoden, kennis van courant voorkomende micro-organismen.
De permanente evaluatie wordt opgesplitst in:
1. Verslag. De student maakt een 6-tal verslagen ( per onderwerp ) waarin hij op een wetenschappelijke manier de uitgevoerde proef weergeeft. Het verslag omvat steeds volgende elementen: Inleiding (doelstelling en principe van de proef) Materialen en methode (volledig uitgewerkt) Resultaten en resultatenverwerking Besluit
2. Permanente beoordeling.