Werkcollege mechanica en vloeistofmechanica (2008-2009)

Oefeningen en proeven over begrippen uit de kinematica: plaats, snelheid en versnelling in één en twee dimensies. Oefeningen en proeven over begrippen uit de dynamica: wetten van Newton, arbeid en behoud van energie. Oefeningen en proeven over vloeistofmechanica: massadichtheid, wet van Archimedes, principe van Pascal, stomingswet van Bernoulli, viscositeit en oppervlaktespanning.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
  • C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
  • C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
  • C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
  • C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
Toelichting:
In het werkcollege komen oefeningen, demonstratieproeven en uit te voeren proeven aan bod.
  • Studenten kunnen bewegingen in één en twee dimensies (projectielbeweging) met behulp van een plaatssensor reconstrueren en uit de grafische analyse een aantal kinematische grootheden van de beweging berekenen.
  • Studenten kunnen eenvoudige situaties waar krachten een rol spelen uitleggen, berekenen en meten. Ze kunnen verbanden leggen met de bewegingstoestand.
  • Studenten kennen de verbanden tussen arbeid, kinetische en potentiële energie en kunnen deze toepassen in concrete situaties. Studenten kunnen de wet van behoud van energie op een correcte manier hanteren en interpreteren.
  • Studenten kunnen met behulp van de definitie van hydrostatische druk en het principe van Pascal, manometers en barometers juist gebruiken en aflezen en kunnen de definities juist gebruiken bij het oplossen van vraagstukken.
  • Studenten kunnen de viscositeit bepalen aan de hand van eenvoudige proeven.
  • Studenten kunnen met verschillende meetmethoden de oppervlaktespanning van vloeistoffen bepalen.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

voldoende basis van 'calculus': zie cursus Wiskunde en statistiek.

A. Type

  • cursus
  • materiaal op leeromgeving
  • materiaal op WWW

B. Verplichte leermiddelen

De Meester Katrien, Huygens Ann, Roofthooft Els, Werkcollege Fysica 1, niet-gepupliceerde cursus, KHKempen, Geel

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • labo en werkcollege

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

Het schriftelijk examen bestaat uit verschillende soorten vragen in verband met experimenten die uitgevoerd werden.
  • vragen die het inzicht toetsen (meetopstelling zelf, belangrijke parameters die van invloed zijn,...)
  • verwerking van gegevens (lineaire en andere verbanden)
  • eenvoudige statistiek
De permanente evaluatie bestaat uit beoordeling van verslagen, werkhouding en inzet in het labo, bijhouden van het laboschrift. Het werkcollege bevat oefeningen, demonstraties en uit te voeren experimenten. Bij de oefeningen wordt verwacht dat studenten een aantal typevoorbeelden voorbereiden. Hierover kunnen ze vragen stellen bij problemen. Verder werken ze een reeks oefeningen af onder begeleiding van de docent. Bij de demoproeven lossen de studenten een aantal inzichtvragen op. Voor het starten met de experimenten wordt de voorbereiding van de studenten nagezien door de begeleidende docent. Het praktische werk wordt vervolgens (meestal) per twee uitgevoerd. De begeleiding door de docent in het labo bestaat voornamelijk uit: het beantwoorden van vragen, het peilen naar het inzicht en het bijsturen, het geven van tips naar efficiënt werken. Bij problemen wordt van de student verwacht dat hij zelf de stap naar de begeleider zet.
OA:
06022691
Code:
06022691
Vakcoördinator:
Katrien De Meester
Semester:
1
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands