Onderwijs op maat (2008-2009)

A.      Zorgbeleid, leerzorgkader (buitengewoon onderwijs, GON, ION)

B.      krachtige leeromgeving in en buiten de klas:

  • talenten van ieder kind ontwikkelen
  • differentiatie in de praktijk
  • evaluatievormen
  • huiswerkbeleid
  • vroege-vreemdetaleninitiatie

C.            zorgvraag van kinderen:

  • planmatig werken: signaleren, analyseren, handelen en evalueren
  • leer- en gedragsproblemen
  • sociale en emotionele problemen
  • samenwerking met ouders en ondersteunende diensten

 D.      Sociale en interculturele diversiteit in klas en maatschappij

  •  Laaggeletterdheid, anderstaligheid, NT2, onthaalklas
  • Grootstedelijke context

 

A. Algemene competenties

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C04 Organisator.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C08 Partner van externen.
  • C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
  • C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Toelichting 

 

Functioneel geheel 1:  De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen

1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerlingen en de groep achterhalen.

1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.

1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.

 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen structureren en vertalen in een samenhangend    onderwijsaanbod.

 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.

 1.6 De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen.

 1.7 De leerkracht kan een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.

 1.8 De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden.

 1.9 De leerkracht kan observeren en het proces en product evalueren met oog op bijsturing, remediëring en differentiatie.

 1.10 De leerkracht kan in overleg met het team deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten aansluiten bij de totaalbenadering van de school.

 1.11 De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.

 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de groep.

 1.13 De leerkracht kan bijdragen aan het gevoelig maken en openstaan voor talen door aan talensensibilisering te doen.

 Functioneel geheel 2:  De leraar als opvoeder

 2.2 De leerkracht kan de emancipatie van de kinderen bevorderen.

 2.3 de leerkracht kan door attitudevorming kinderen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.

 2.5 De leerkracht kan adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met leerlingen met gedragsmoeilijkheden.

 2.7 De leerkracht kan strategieën inzetten om te communiceren met anderstalige leerlingen.

 Functioneel geheel 3:  De leraar als inhoudelijk expert

3.2. De leerkracht met de verworven kennis en vaardigheid aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk.

 Functioneel geheel 4:  De leraar als organisator

 4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, dat past in een korte- en  langetermijnplanning.

 4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.

 Functioneel geheel 5    De leraar als innovator-onderzoeker

 5.2 De leerkracht kan kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk

 Functioneel geheel 6:  De leraar als partner van de ouders of verzorgers

 6.1 De leerkracht kan zich informeren over en discreet omgaan met gegevens over de leerling.

 6.2 De leerkracht kan met ouders of verzorgers communiceren over het kind in de school op basis van overleg met collega’s of externen.

 6.3 De leerkracht kan in overleg met het team, de ouders of verzorgers informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders.

 6.4 De leerkracht kan met ouders of verzorgers een gesprek voeren over opvoeding en onderwijs.

 6.6 De leerkracht kan strategieën ontwikkelen om te communiceren met anderstalige ouders.

 Functioneel geheel 8:  De leraar als partner van externen

 8.1 De leerkracht kan met hulp van collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.

 8.2 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van onderwijsbetrokken initiatieven.

 Functioneel geheel 10:   De leraar als cultuurparticipant

 De leerkracht kan actuele thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen rond de volgende domeinen: het sociaal-politiek domein, het sociaal-economisch domein, het levensbeschouwelijk domein, het cultureel-esthetisch domein en het cultureel-wetenschappelijk domein

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

A. Type

  • cursus
  • audiovisueel materiaal
  • materiaal op WWW
  • Andere: bezoeken werkveld

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • discussieseminarie
  • oefenpracticum
  • groepswerk
  • bedrijfsbezoeken
  • Andere: probleemgestuurd verwerken van een casus + reflect

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen
  • paper/werkstuk
  • presentatie
  • open boek

B. Omschrijving

Buiten examenperiode (35 %)

- c) zorgvragen van kinderen: 15% presentatie van 'gecoachte' casus

-d) socio culturele diversiteit: 17% relfectie-opdrachten (niet voor studenten die op internationalisering gaan)

- Differentiatie-uren: reflectie op navorming naar keuze: 3% (niet voor studenten die op internationalisering gaan)

Mondeling examen (30%)

b) krachtige leeromgeving (30%):  De student kiest 2 taken van de 3.

Schriftelijk examen (35%)

- a) Zorgverbreding en leerzorgkader (20%) - De vragen worden geïntegreerd in de casus.

- c) Zorgvragen van kinderen (15%). De studenten krijgen een 'nieuwe' casus (analoog gecoachte casus, nieuw zorgthema). Dit is een openboek examen.

Tijdens de lessen van sociale en interculturele diversiteit (luik D) en de buitenschoolse uitstappen is aanwezigheid vereist. Bij afwezigheid wordt een vervangtaak voorzien.

Probleemgestuurd leren: 3u begeleiding per casus/groep
OA:
10256320
Code:
10256320
Vakcoördinator:
Birgit Coninckx
Semester:
1
Studiepunten:
12
Onderwijstaal:
Nederlands