Communicatieve vaardigheid (2008-2009)

Via activiteiten als vertellen, voorlezen en het geven van een uiteenzetting bekwaamt de student zich in:

- een correcte stemplaatsing

- een verzorgde uitspraak en een duidelijke articulatie

- een volume, een toonhoogte en een spreektempo die aan de situatie zijn aangepast

- een gepaste intonatie

- voldoende en gepaste non-verbale ondersteuning

- een gepaste woordkeuze en een gepaste zinsbouw.

De student kent de spellingsregels van de spelling 2005 en de regels voor de interpunctie en kan die ook toepassen. De andere componenten van schriftelijk taalgebruik komen geïntegreerd aan bod in het tweede jaar.

De student kan zich mondeling uitdrukken in correct en gepast Standaardnederlands. De student kan zich schriftelijk uitdrukken en past daarbij een correcte spelling toe.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 05. Leiding geven
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

Toelichting:
Beroepsspecifieke competenties Attitude 10: gerichtheid op correct taalgebruik en communicatie: De student streeft ernaar om in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie met kinderen, ouders, leden van het schoolteam en externen een adequaat en correct taalgebruik te hanteren en aandacht te hebben voor het belang van non-verbale communicatie. De student is bereid en in staat om in zijn mondelinge communicatie een gepast en correct taalgebruik te hanteren. De student is bereid en in staat om een kritische houding aan te nemen ten opzichte van zijn spreek- en luistergedrag. De student is bereid en in staat om zijn mondelinge taalbeheersing en zijn spelling te verbeteren.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

VEREISTE VOORKENNIS(gezamenlijke invulling LOT-LOV)
De student behaalde de eindtermen Nederlands van het zesde jaar ASO, TSO of het zevende jaar BSO en kan zich dus zowel mondeling als schriftelijk goed uitdrukken in het Nederlands.

A. Type

  • materiaal op WWW
  • handboek
  • cursus
  • audiovisueel materiaal

B. Verplichte leermiddelen

Onuitgegeven  cursus  docente Communicatie (Nin Van Hove)

Nieuwe Spelling, zachte helling, Spelling 2005, Jan Uyttendaele, Wolters Plantyn 2005

Spellingoefeningen  Digitaal Programma Wolters Plantyn

Stijlwijzer op http://toledo.khk.be

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • oefenpracticum
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie
  • elektronisch leerplatform

B. Omschrijving

Begeleide werkvormen: - trainingssessies - presentaties

Zelfstandige werkvormen: - oefeningen spelling - portfolio spelling en spreken

A. Types

  • praktische proef
  • schriftelijk examen
  • presentatie
  • permanente evaluatie

B. Omschrijving

1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm 50 % spreekvaardigheid (taalportfolio en spreekoefening) 50 % aangevulde portfolio + spreekoef.
50 % spelling (dictee) 50 % spelling (dictee)
In allerlei trainingssessies en presentaties krijgt de student technieken aangereikt om gezond en correct te spreken. De student leert door feedback te geven en te krijgen. De student krijgt enkele oefendictees. De student kan zich zelfstandig bekwamen door aanbevolen oefenmaterialen te gebruiken. In elk semester zijn er monitoraten geroosterd. Hier kunnen onder begeleiding deelvaardigheden die de student nog niet onder de knie heeft, verder worden ingeoefend of specifiek worden aangepakt. In uitzonderlijke gevallen wordt de student doorverwezen naar een logopedist.
OA:
10255200
Code:
10255200
Vakcoördinator:
Nin Van Hove
Semester:
1+2
Studiepunten:
2
Onderwijstaal:
Nederlands