De student bestudeert : de reglementeringen in verband met solvabiliteitscoëfficiënten, Wet 22 maart 1993 , witwasacticiteiten , ombudsdienst . Verder bekijkt de student gedragscodes en Febelfin . Vervolgens komen de binnen- en buitenlandse betalingssystemen aan bod.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De rol van informatiebeheerder.
- C02 De rol van analist.
- C03 De rol van adviseur.
- C04 De rol van coördinator.
Toelichting:
De student moet in staat zijn om : inzicht te verwerven in de financiële structuur en de betalingsruimte van België, financiële activiteiten te plaatsen in het kader van de anti-witwaswetgeving en de bankwetgeving.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
geen
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
syllabus
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- labo en werkcollege
B. Omschrijving
A. Types
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving