1. Computerconfiguratie
- Installatie en gevorderde configuratie van een besturingssysteem
- Studie van andere besturingssystemen
- (de)Assembleren van specifieke computeronderdelen
- Onderhoud van een computersysteem
- Netwerk bouwen/opzetten
- Werking en functionaliteit van servers
2. Programmeren in VB.NET
- Kennismaking met de ontwikkelomgeving Visual Studio.NET
- Het .NET Framework bestuderen
- Eén- en meerdimensionale arrays
- Begrip klasse uitdiepen en een eigen klasse maken
- Sequentiële bestanden aanspreken en maken
3. Actieonderzoek
- Kleinschalig onderzoek naar en presentatie van informaticagerelateerde onderwerpen in het onderwijs.
Doelstellingen
A. Algemene competenties
01. Denk- en redeneervaardigheid
02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
08. Teamgericht kunnen werken
09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
C03 Inhoudelijk expert.
C04 Organisator.
C05 Innovator-onderzoeker.
Toelichting:
1. Inhoudelijk expert
- De student kan complexe problemen zelfstandig analyseren, oplossingen bedenken, algoritmisch beschrijven en implementeren in een hedendaagse objectgeoriënteerde ontwikkelomgeving.
- De student beschikt over diepgaande kennis, inzichten en vaardigheden op het vlak van de computerconfiguratie en netwerken.
- De student is in staat een bestaand of 'naakt' computersysteem te configureren en te tunen. De student kan hierbij de nodige netwerkverbindingen realiseren.
2. Organisator
- De student ontwikkelt en verfijnt attitudes zoals administratieve stiptheid, doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, open houding ten opzichte van veranderingen.
3. Onderzoeker
- De student voert een actieonderzoek naar informaticagerelateerde onderwerpen in het onderwijs.