In het tweede jaar ligt het accent op het verwerven van meer complexe vaardigheden en technieken van de verschillende muzische domeinen, op meer creatieve of iets complexere toepassingen ervan en op de integratie van verschillende domeinen.
In het tweede jaar wordt een verdieping aangereikt van de onderdelen muzikale opvoeding en beeldende vorming. Verder wordt gewerkt aan het integreren van twee verschillende muzische domeinen op niveau van de lagere school en van alle muzische domeinen op eigen niveau.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.4.2 De leraar kan het verband leggen tussen leerstofonderdelen en tussen
leergebieden, zowel horizontaal als verticaal
1.5.1 De leraar kan aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de
doelstellingen
1.7.1 De leraar kan, rekening houdend met de beginsituatie, de belangstelling
en het verwerkingsniveau van de kinderen motiverende leeromgevingen
ontwerpen die een reële kans op betrokkenheid en succesbeleving
inhouden
1.7.5 De leraar kan adequaat inspelen op wat zich voordoet in de feitelijke
leeromgeving en kan werken met de inbreng van de kinderen
1.7.6 De leraar kan het actief ontdekken en actief verwerken van
leerinhouden bevorderen, onder meer door een beroep te doen op het
probleemoplossend vermogen van de leerlingen
1.7.7 De leraar kan de leerlingen laten nadenken over hun leerproces
1.9 De leraar kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing en
differentiatie
De leerkracht als opvoeder
2.1.2 De leraar kan ervoor zorgen dat kinderen zich veilig en gewaardeerd
voelen
2.1.3 De leraar kan sensitief en inlevend omgaan met de kinderen
2.2 De leraar kan de emancipatie van de kinderen bevorderen.
2.4.1 De leraar kan maatschappelijke gebeurtenissen aan de
vormingsinhouden koppelen
2.4.2 De leraar kan kinderen kritisch en zinvol leren omgaan met informatie van en beïnvloeding door de media
Inhoudelijk expert
3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis voor de muzische vakken in het
lager onderwijs
3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid binnen het
muzisch domein aanwenden in complexe didactische toepassingen.
3.3.1 De leraar kan in het onderwijsaanbod horizontale en verticale
verbanden onderkennen en deze verbanden integreren in het eigen
aanbod
3.3.2 De leraar kan het eigen aanbod situeren binnen de ontwikkelingsdoelen
en eindtermen en binnen een leerplan
Innovator en onderzoeker
5.3 De leerkracht kan het eigen functioneren bevragen en bijsturen
Organisator
4.2.1 De leraar kan voor de kinderen, gelijktijdige en/of opeenvolgende
activiteiten vlot en soepel laten verlopen.
4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare klasruimte creëren,
rekening houdend met de veiligheid van de kinderen
Leraar als cultuurparticipant
10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen
identificeren en kritisch benaderen rond het cultureel-esthetische domein
Attitudes
Relationele gerichtheid: De leerkracht kan in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen.
Creatieve gerichtheid: De leerkracht is erop gericht om uit diverse situaties en informatiebronnen ideeën te genereren en deze op een originele manier gestalte te geven in een ontwikkelingsaanbod voor de kinderen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Competenties van het overeenkomstige OO in het voorgaande programmajaar verworven hebben of geslaagd zijn voor het vorige programmajaar.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- Andere: Leerplannen Muzische Vorming
B. Verplichte leermiddelen
Onuitgegeven cursus van de docenten en het leerplan Muzische Vorming (Algemeen deel + deelleerplannen)
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- projectwerk
- Andere: Daguitstap binnen het kader van Muzische Vorming
B. Omschrijving
A. Types
- mondeling examen
- presentatie
- permanente evaluatie
- praktische proef
- individuele taak
B. Omschrijving
1ste examenperiode
|
2de examenperiode
|
3de examenperiode
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
%
|
vorm
|
|
|
45
|
PE
|
34
|
PE
|
|
|
55
|
Mondeling examen
|
66
|
Mondeling examen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor sommige deelgebieden worden differentiatie-uren ingericht.
Begeleid individueel leren.
Individuele feedback.
Mogelijkheid tot extra oefeningen.
Oefeningen via Toledo.