groenbeheer (2008-2009)

De cursus groenbeheer, start met een studie rond de functies en het nut van openbaar groen. Ook een methode om de waarde van bomen te bepalen is opgenomen. Vaste onderdelen in het openbaar groen, zoals: gazon, siervijvers, bossen en parken komen aan bod. Actuele problemen, zoals het erbod op pesticidengebruik, wegbermbeheer en ontbossing komen zeker ter sprake. Ook de wettelijke aspecten mogen niet uit het oog verloren worden. Er zal dan ook bv aandacht zijn voor de wet op de overheidsopdrachten en wettelijke bepalingen in de (privé-)tuin. Met de definities, normen en de codering van sierplanten, kan een hoofd van de groendienst zijn weg vinden in catalogisen met sierplanten. Aangezien groendaken nu erg in trek zijn, bekijken we ook hier wat kan en wat niet kan. Afronden doen we met de plaats, de algemene taak en werking van een groendienst binnen een gemeentelijke structuur te verduidelijken.

A. Algemene competenties

  • 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
  • 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
Toelichting:
Problemen leren herkennen en analyseren. Wetenschappelijk verantwoorde mogelijke oplossingen kunnen formuleren. Rekening kunnen houden met de doelgroepen en partners bij de aanleg en beheer van openbaar groen

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
  • 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
Toelichting:
Door een goed inzicht in mogelijke problemen kan de student een goed voorstel van een wetenschappelijk onderbouwd onderzoek formuleren. De kennis en problematiek van het openbaar groen helpen hem hierbij. Hij weet wat de doelstellingen zijn en kan gericht hier naartoe werken. Via enkele studiebezoeken is hij nog nauwer betrokken en leert zo de realiteit beter kennen.

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan.
  • C02 In staat zijn om de wijze waarop de theorievorming evolueert, te volgen en te interpreteren.
  • C04 Een onderzoekende houding aannemen, zelfstandig en resultaatgericht onderzoek kunnen uitvoeren.
  • C06 Een diagnose kunnen stellen.
  • C25 Een ecosysteem en landschap kunnen begrijpen, ontwerpen, optimaliseren en realiseren (BIO).
Toelichting:
De student moet een inzicht hebben in de doelstellingen, aanleg en onderhoud van openbaar groen. Hij kent de grote problemen en kan eventuele oplossingen formuleren. Hij kan op een wetenschappelijk verantwoorde manier inschatten hoe het openbaar groen zal evolueren en zal reageren op wijzigende omstandigheden. Via enkele studiebezoeken ondervindt de student zelf de dagelijke problemen op het terrein.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Een basiskennis van de leef- en groeiomstandigheden van fauna en flora zijn nodig.

A. Type

  • cursus

B. Verplichte leermiddelen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • bedrijfsbezoeken

B. Omschrijving

A. Types

  • Andere: mondeling met schriftelijke voorbereiding

B. Omschrijving

Voor, tijdens en na de lessen, kan de student terecht met vragen. Aangezien de groepen relatief klein zijn, is de drempel laag. Een afspraak maken per mail is ook mogelijk.
OA:
03203980
Code:
03203980
Vakcoördinator:
Leander De Vos
Semester:
1
Studiepunten:
0
Onderwijstaal:
Nederlands