- Je bezit de basisvaardigheden in logisch, algoritmisch en probleemoplossend denken. - Je beheerst klaviervaardigheid of je bent bereid dit op peil te brengen. - Je toont interesse in de snelle en voortdurende evolutie in de ICT-wereld. - Je bent voldoende stressbestendig en bezit het doorzettingsvermogen om binnen een bepaalde tijdslimiet oplossingen voor gestelde problemen te bedenken.
Frans R., "Access 2007 1/3", Campinia Media, Geel, 2008 ;
Goris, M., "Webontwikkeling deel 1", niet uitgegeven cursus, 2008 ;
Pluymers, J.., "Programmeren in VBA voor Access 2003", niet uitgegeven cursus, 2007
Lessen toepassingssoftware beginnen met een klassikale aanbreng van nieuwe functies, waarna geleide oefeningen worden gemaakt over de nieuwe functies tijdens oefenpractica. Studenten vervolledigen de oefeningen zelfstandig buiten de contacturen. Lessen programmeren beginnen met een klassikale aanbreng van nieuwe structuren, waarna geleide oefeningen worden gemaakt over de nieuwe structuren tijdens oefenpractica. Studenten vervolledigen de oefeningen zelfstandig buiten de contacturen. Tijdens de contacturen wordt regelmatig verwezen naar eerder aangeleerde structuren tijdens algoritmiek (zie Informatica 1) Lessen programmeren beginnen met een klassikale aanbreng van nieuwe structuren, waarna geleide oefeningen worden gemaakt over de nieuwe structuren tijdens oefenpractica. Studenten vervolledigen de oefeningen zelfstandig buiten de contacturen.
Toepassingssoftware : Een aantal zelfstandig uitgewerkte oefeningen worden verbeterd en gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester voeren studenten tijdens een praktijkexamen enkele examenoefeningen uit, waarin diverse aangeleerde functies gelijktijdig aanwezig zijn. Programmeren : Een aantal zelfstandig uitgewerkte oefeningen worden verbeterd en gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester voeren studenten tijdens een praktijkexamen een examenoefening uit, waarin diverse aangeleerde structuren gelijktijdig aanwezig zijn. Een aantal zelfstandig uitgewerkte oefeningen worden verbeterd en gequoteerd in het kader van permanente evaluatie. Aan het einde van het semester voeren studenten tijdens een praktijkexamen een examenoefening uit, waarin diverse aangeleerde structuren gelijktijdig aanwezig zijn.
Verhoudingen in de quotering :
Permanente evaluatie : 30 %
Examen : 70 %