De inhoud omvat de volgende onderwerpen.
Op eigen niveau:
- opdrachten gericht naar het in beeld brengen van een idee.
- zoektocht naar: suggestieve assemblagematerialen, originele dragers.
- verdere uitdieping van de mogelijkheden met nieuwe en reeds gekende technieken, gebruik van hulpmiddelen, combinatietechnieken
- het vervaardigen van educatief materiaal voor kleuters. - kijken naar hedendaagse kunst.
Op kleuterniveau :
- verder onderzoek naar mogelijke technieken met kleuters.
- aanbod van originele dragers.
- didactiek van beeld en media (organisatie, technieken, begeleiding,...).
Informatie verwerven en verwerken:
- de student kan zelfstandig en kritisch informatie verwerven, selecteren en verwerken in een beeldend of multimediale vorm.
Kritisch reflecteren:
- De student kan zich informeren a.d.h.v. naslagwerken .
- De student kan kritisch kijken naar beelden. Beelden selecteren en beoordelen.
Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- De student kan creatief en expressief omgaan met de beeldaspecten van beeldende vorming en media.
Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- De student kan de muzische ontwikkeling van kleuters stimuleren.
- De student kan een uitdagende en creatieve opdracht verzinnen en uitwerken voor kleuters
- De student kan een creatieve opdracht voor kleuters begeleiden.
- De student kan educatief (multimediaal) materiaal ontwikkelen.
Opvoeder.
- De student kan een hedendaags en cultureel aanbod ontwikkelen voor de kls., binnen beeld en media.
Inhoudelijk expert
- De student kan impressies vormgeven dmv beeldende middelen.
- De student kan verschillende beeldende en multimediale technieken die voor kleuters toegankelijk zijn toepassen. (ohp, camera, fototoestel,...)
Organisator
- De student kan verschillende beeldende en mediale technieken aanbrengen in de kleuterklas.
Innovator-onderzoeker
- De student kan vernieuwende elementen, technieken aanwenden en aanbrengen.
Cultuurparticipant - De student kan zijn weg vinden in het kunst- en cultuuraanbod en hierin een kritsche selectie maken afhankelijk van zijn doel.
Leermiddelen : - Decock, E (2008). Beeldende vorming. Onuitgegeven cursus bij het 2 de jaar Bachelor in onderwijs : Kleuteronderwijs, Katholieke hogeschool Kempen, Departement Lerarenopleiding Vorselaar.
- Occasioneel informatie langs actueel kunstaanbod en kunsttijdschriften (zie studiewijzer).
Kunsttijdschriften (vb. Dada), museumbezoek, internetsites, bibliotheekbezoek, kunstboeken, dvd's, cd's.
Oefenpracticum: de studenten werken individueel aan het eigen werkstuk, onder begeleiding van de docent. Begeleide zelfstudie: de student werkt thuis verder aan eigen werkstukken en kan feedback van de docent bekomen. Groepswerk: de studenten werken in groep aan didactische opdrachten die ze met elkaar uitproberen (micro-teaching).
De permanente evaluatie maakt voor 70% deel uit van je totale eindcijfer voor beeld . Voor media wordt er een groepsopdracht gemaakt, deze kom je voorstellen tijdens de examenperiode. ( 30%)
1ste examenperiode | 2de examenperiode | 3de examenperiode | |||
% | vorm | % | vorm | % | vorm |
70 30 |
PE
Werkstuk |
100 | Taak |