Hoofdstuk 1: algemene context kinderverpleegkunde/belangrijke begrippen - Situering pediatrische zorg binnen de gezondheidszorg/opleiding - Verschillen tussen kinder- en volwassen verpleging - Belang van voorbereiding op ziekenhuisopname - Medicatietherapie.
Hoofdstuk 2: basisvaardigheden in de kinderverpleegkunde per stelsel. Maagdarmstelsel - Ademhalingsstelsel - Urogenitaalstelsel -Bloedvatenstelsel.
Hoofdstuk 3: neonatologie. Prematuriteit en dysmaturiteit - Problemen i.v.m. voeding, thermoregulatie en hyperbilirubinemie.
Hoofdstuk 4: pedagogie.
Hoofdstuk 5: oncologie. Classificatie van tumoren - Psychosociale aspecten - Chemo- en radiotherapie - Voeding.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- BC01 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- BC02 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan met het cliëntsysteem en het interdisciplinair team.
- BC03 Ethisch en juridisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- BC04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen.
- BC05 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk perspectief.
- BC06 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- BC07 Verpleegproblemen en behoeften identificeren en onderscheiden.
- BC08 Doelstellingen bepalen en een verpleegkundig zorgplan opmaken, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- BC09 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- BC10 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- BC12 Primaire en secundaire preventie toepassen.
- BC13 De zorg organiseren en coördineren.
- BC14 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- BC17 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken binnen het verpleegkundig team.
- BC19 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
Toelichting:
Deze competenties komen niet allemaal even expliciet aan bod. Via het vaardigheidsonderwijs krijgen studenten de gelegenheid een aantal competenties te ontwikkelen en er kritisch te leren op reflecteren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
B. Verplichte leermiddelen
Schoeters, M., Leysens, G. (2008).
Pediatrische basiszorg deel 1 en 2. Onuitgegeven cursus. Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier. De Winter, K. (2008).
Pediatrische basiszorg deel 3 en 4. Onuitgegeven cursus. Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier. Sels, K., Van Poppel, L. (2007).
Pediatrische basiszorg deel 5. Onuitgegeven cursus. Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier.
C. Aanbevolen leermiddelen
Materiaal op leeromgeving
Materiaal op www
Skillslab
Handboeken pediatrische pathologie en verpleegkunde (zie aanbevolen literatuur in cursusteksten).
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- labo en werkcollege
- stage
B. Omschrijving
In het vaardigheidsonderwijs wordt getracht een aantal belangrijke aspecten te integreren in een totaalzorg (er wordt zo mogelijks gewerkt met een simulatiemoeder).
Een pediatrische stage behoort tot de mogelijkheden maar is geen verplichting.
A. Types
B. Omschrijving