-Inleiding: historiek en algemene begrippen
-Grondbegrippen in verband met regeltechniek
-Regeltechnische studie van processen: - nulde, eerste, tweede orde processen - derde en hogere orde processen - dode tijd - integrator en differentiator
-Regelaar: - aan-uit-regelaar - drie standen regelaar - P, PI, PD, PID-regelaars: begrippen, offset, integratietijd, differentiatietijd - pneumatische, hydraulische, elektrische en digitale uitvoeringen van regelaars
- Corrigerende organen: - algemene begrippen - regelkleppen: uitvoeringsvormen, Kv-factor, inherente en bedrijfskarakteristieken, materiaalkeuze, -geluid, klepstandstellers
-Regelkringen: - evaluatie- en optimaliseringscriteria - P-regelaar in regelkring: begrip offset - praktische instelregels - regelstrategieën: vaste waarde regeling, verhoudingsregeling, kaskaderegeling
- Proces- en instrumentatieschema's.
- De student kan een geheel van informatie opsplitsen in essentiële deelaspecten en deze formuleren, relateren en begrijpen (analyseren)
- De student kan verbanden zoeken tussen verschillende onderdelen van informatie (relateren)
- De student kan nieuwe kennis zelfstandig toepassen in situaties waar die kennis vereist is (integreren)
- De student kan verbanden zoeken tussen verschillende onderdelen van informatie (relateren)
-De student kan het begrip terugkoppeling uitleggen/afleiden/verklaren met een voorbeeld.
-De student kan processen identificeren aan de hand van een stapresponsie -De bachelor in elektrotechniek kan de definities van de aan/uit; PID-regelaar uitleggen en toepassen.
-De student kan uitvoeringsvormen van regelaars uitleggen en principieel tekenen.
-De student kan de behandelde aspecten van een regelklep uitleggen
-De student kan de keuze en de berekening van een regelklep maken en beoordelen
-De student kan practische instelregels voor regelkringen toepassen
-De student kan P&ID-schema's uitleggen en tekenen
-De student kan optimalisatiecriteria voor afregelingen uitleggen en toepassen.
Basiskennis mechanica,elektriciteit, wiskunde.