De student neemt deel aan het leven van een klas. Hij evolueert in de loop van het 2de jaar van 20 uur per week lesgeven, waarbij de onderwerpen opgegeven worden door de mentor, naar een hele week lesgeven en zelf een thema op een persoonlijke wijze uitwerken.
In het tweede jaar van de opleiding bekwaamt de student zich verder in de vaardigheden die verband houden met het klasmanagement (leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen en leraar als opvoeder). Daarnaast ontwikkelt hij verder de vaardigheden van de leraar als organisator en als innovator. Hij gaat geleidelijk aan meer op eigen benen staan. Persoonlijke inbreng in aanpak van de lessen wordt gestimuleerd. De doelgroepen worden uitgebreid. Een deel van de stage wordt gepland in het BSO of BuSO.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties