In dit opleidingsonderdeel verwerft de student de vakkennis, vaardigheden en attitudes die hij/zij nodig heeft om Engels te onderwijzen aan leerlingen van de 1
ste en 2
de graad secundair onderwijs en het volledige beroepsonderwijs. Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op het programma.
Het eerste jaar is erop gericht om van de student een enthousiaste en deskundige leraar Engels te maken. De cursus probeert hem/haar hierbij een houvast te bieden opdat de hij/zij als toekomstige leerkracht vakbekwaam op het werkterrein zou kunnen functioneren. Daarom biedt de cursus allerlei taal- en cultuurgerichte activiteiten aan die zijn/haar Engelse 'bagage' moeten vergroten. Thematisch komen via activiteiten rond taalvaardigheden vooral maatschappelijke aspecten van het Verenigd Koninkrijk, zoals 'education, social relationships', ... aan bod. Verder bepalen het tijdschrift Alquin en de actualiteit mee de timing en de verdere keuze van de thema's. Studenten kunnen hun vier taalvaardigheden trainen in groepsactiviteiten met begeleiding en ook op zelfstandige basis.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Van de student wordt vewacht dat hij toch wel de nodige basiskennis van het Engels bezit en zich bewust is van de eigenheid van deze vreemde taal.