De student maakt kennis met de fundamentele vaardigheden en methodieken om als sociaal verpleegkundige aan de slag te kunnen: corresponderen, gespreksvoering rond diverse doeleinden (informatief, hulpverlenend, slecht nieuws, enz.), analyseren van een situatie en vertalen in een actieplan en/of sociale verslaggeving. Deze concrete vaardigheden worden ingebed in methodische benaderingen als de sociale diagnostiek en kort inleidend in de systeemtheorie, contextuele hulpverlening, casework, enz.
De student maakt kennis met de thuiszorgondersteunende diensten en tegemoetkomingen. Men verwerft inzicht in het belang en de evolutie van de thuiszorg en in de specifieke situatie van mantelzorgers. Daarnaast ontwikkelen studenten inzicht in het belang van een doordachte keuze voor thuiszorg en de consequenties van deze keuze voor de betrokken partijen. Hebben zij aandacht voor de draagkracht- en last van de mantelzorger, voor het bewaken van de kwaliteit van de afspraken en de zorgplanning. Waar nodig kunnen zij aangepaste en haalbare maatregelen voorstellen ter ontlasting van de thuiszorgsituatie.
In casuïstiek wordt de student getraind om o.a. deze inzichten en het thuiszorgaanbod kritisch en genuanceerd in te zetten. De leerstof wordt dan ook schriftelijk geëxamineerd a.h.v. casuïstiek. Er worden twee dagen binnen het opleidingsonderdeel klinisch onderwijs benut i.h.k. van studiebezoeken, casuïstiek en groepswerk rond de thematiek van psychiatrische thuiszorg. Deze thematiek wordt gezamenlijk behandeld met de optie psychiatrische verpleegkunde.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- C03 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan gebruik makend van communicatieve vaardigheden.
- C04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen.
- C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
- C07 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
- C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- C10 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- C11 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- C12 Effectief schriftelijk en mondeling rapporteren.
- C13 Preventief zorgverlenen.
- C14 De zorg organiseren en coördineren op micro- en mesoniveau.
- C20 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Advies:
Thuisverpleegkunde 2Ba
De zorgvrager in de sociale context (sociale kaart) 2Ba