In het biotechnisch project, maken de studenten een diepgaande en wetenschappelijk verantwoorde literatuurstudie rond een onderzoeksthema. Deze opdracht gebeurt veelal in samenwerking met universiteiten en wetenschappelijke instellingen.
Zij moeten hun werk voorstellen aan een jury. Veelal zal de masterproef aansluiten bij het biotechnisch project.
A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 04. Vermogen tot kritische reflectie
- 06. In teamverband werken
- 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 02. Kunnen ontwerpen van onderzoek
- 01. Een onderzoekende houding hebben met inbegrip van een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis
- 01. Kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek
- 02. Kennis hebben van onderzoeksmethoden en -technieken en deze adequaat kunnen toepassen
- 03. In staat zijn om de relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
- C02 Gedetailleerde kennis hebben, geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline.
- C04 Praktisch gericht kunnen denken en handelen vanuit wetenschappelijk inzicht.
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Biosystemen
B. Competenties