Organisatie van de gezondheidszorg
De gezondheidszorg kent een bijzondere organisatie binnen de non-profit. De student bestudeert de specifieke kenmerken van deze organisatie. Hij ontdekt de prominente rol van de overheid in de Belgische gezondheidszorg en maakt kennis met de werking van ziekenhuizen als voorbeeld van de meest gekende actor in deze sector. Zowel een verwijzing naar relevante wetgeving (Wet op de ziekenhuizen) alsook de interne organisatie - met accent op de plaats van de verpleegkundige hierin- van het ziekenhuis komen aan bod.
Gezondheidsecononmie
In de gezondheidseconomie worden eerst algemene economische begrippen (vraag - aanbod - prijs) geduid om nadien verder in te kunnen zoomen op gezondheidseconomie, meer bepaald vraag - aanbod en prijs binnen de gezondheidszorg en de (Belgische) ziekteverzekering. Ook de ziekenhuisfinanciering komt in vogelvlucht aan bod: hoe worden ziekenhuizen betaald en welke invloed heeft dit op de zorgverlening en het werk van de verpleegkundige? De ziekenhuisfactuur: wat krijgen patiënten te zien hierover op hun zgn. 'factuur'? We eindigen met een kort hoofdstuk: wat te doen als ik afstudeer?
Organisatie van de thuisverpleegkunde
Hoe vind de organisatie van de thuisverpleegkunde plaats? Zowel de Wit-Gele Kruis organisatie als de organisatie van zelfstandige praktijken komen aan bod.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C06 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk en juridisch perspectief.
- C07 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- C12 Effectief schriftelijk en mondeling rapporteren.
- C14 De zorg organiseren en coördineren op micro- en mesoniveau.
- C17 Bereid zijn zich voortdurend bij te scholen en zich professioneel te ontwikkelen.
- C19 Intraprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
- C20 Interprofessionele relaties opbouwen en samenwerken in het kader van gemeenschappelijke zorgdoelstellingen.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties