In dit opleidingsonderdeel wordt ingegaan op het belang van de levensbeschouwing (zowel van de zorgverlener als van de zorgvrager) voor de zorgtaak en het ethische handelen.
De student verkrijgt, in dialoog met diverse levensbeschouwingen en met name de christelijke traditie, inzicht in de eigen levensbeschouwelijke visie en spiritualiteit, en leert deze te verhelderen en te communiceren in dialoog met anderen. Vanuit dit inzicht in het eigen levensbeschouwelijke profiel wordt nader ingegaan op spiritualiteit als verpleegkundige zorgtaak in het algemeen en met oog op spirituele en religieuze noden in het bijzonder. Door de integratie van diverse recente ethische benaderingen in een algemeen model voor ethische analyse, en het toepassen van dit model op concrete casussen, komt men tot haalbare en genuanceerde voorstellen tot goede zorg in concrete zorgsituaties uit de eigen verpleegkundige praktijk.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Ethisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
- C15 Handelen in functie van kwaliteitszorg.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C23 Open staan voor het maatschappelijke gebeuren en kritisch staan t.o.v. het economisch, sociaal en ethisch beleid.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De competenties samenhangend met 1-2 Ba Filosofie, ethiek en recht.