Het opleidingsonderdeel 'Verpleegkunde van specifieke patiëntengroepen' behandelt verpleegkundige zorgverlening naar specifieke doelgroepen in de maatschappij. In het opleidingsonderdeel komen twee grote modules aan bod. Enerzijds is er de module 'acute zorgverlening' met cliënten die worden behandeld voor plots optredende problemen die een verzorging vragen, beperkt in tijd. Anderzijds is er de module 'chronische zorgverlening' waar de verzorging van cliënten aan bod komt die voor langere tijd zorgen behoeven.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- C03 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan gebruik makend van communicatieve vaardigheden.
- C04 Een gezond evenwicht realiseren tussen de professionele en andere rollen.
- C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
- C06 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk en juridisch perspectief.
- C07 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
- C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- C10 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- C11 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- C12 Effectief schriftelijk en mondeling rapporteren.
- C13 Preventief zorgverlenen.
- C14 De zorg organiseren en coördineren op micro- en mesoniveau.
- C16 Verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek aanwenden in de praktijk.
- C17 Bereid zijn zich voortdurend bij te scholen en zich professioneel te ontwikkelen.
- C18 Medestudenten coachen.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
- C22 Actief bijdragen tot de profilering van het beroep.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties