Dit opleidingsonderdeel is specifiek gericht op het leren onderwijzen of aanleren van het vak informatica aan jongeren. De student leert de visie kennen op het vakdomein binnen het leerplan van het secundair onderwijs. De student leert specifieke vaardigheden, principes, didactische materialen, handboeken, didactische werkvormen, ... kennen en gebruiken die typisch zijn voor dit vakdomein.
Dit onderdeel staat in het eerste jaar van de opleiding op het programma omdat het gaat om inzichten en vaardigheden die de student van bij het begin van je opleiding nodig heeft om het vak te kunnen aanleren tijdens de stages in het secundair onderwijs. In het eerste jaar komen deze inzichten en vaardigheden daarom in een apart opleidingsonderdeel aan bod en worden ze geïntegreerd toegepast in de praktijkateliers. In het tweede jaar is vakdidactiek geen apart onderdeel meer, maar wordt het geïntegreerd in het onderwijsvak en in de praktijkateliers.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Van de student wordt verwacht dat hij/zij kan rekenen en bouwen op een creatieve, open en gedreven houding.