De verpleegkundige praktijk wordt geplaatst binnen de patronen van Gordon: patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding voedings- en stofwisselingspatroon uitscheidingspatroon activiteitenpatroon (lichaam en uiterlijk, houding en beweging, ademhaling en circulatie) slaap en rustpatroon cognitie- en waarnemingspatroon (pijn) rollen en relatiepatroon seksualiteit en voortplantingspatroon waarden en levensovertuigingspatroon Er worden binnen deze opleidingsactiviteit vaardigheden aangeleerd met betrekking tot: hygiëne, voeding, uitscheiding, mobiliteit, ademhaling, temperatuur, circulatie, slaap/waakritme. Kennismaking en een gesprek starten met een patiënt. De patiënt laten vertellen. Je eigen mening geven over het gedrag van een ander. Het helpend gesprek
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Ethisch verantwoord verpleegkundig handelen.
- C02 Empathie, verantwoordelijkheidszin, kritische ingesteldheid, aanpassingsvermogen en stressbestendigheid aanwenden in de verpleegkundige context.
- C03 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan gebruik makend van communicatieve vaardigheden.
- C05 Een cliënt benaderen vanuit een holistische mensvisie.
- C06 Verpleegkundige zorg verlenen vanuit wetenschappelijk en juridisch perspectief.
- C07 Relevante gegevens verzamelen over het cliëntsysteem in de verpleegkunde.
- C08 Verpleegproblemen identificeren en onderscheiden.
- C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
- C10 Verpleegkundige handelingen verantwoord uitvoeren.
- C11 De resultaten van de zorgverlening evalueren en bijsturen.
- C12 Effectief schriftelijk en mondeling rapporteren.
- C13 Preventief zorgverlenen.
- C21 Open staan voor diversiteit in de samenleving.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties