Contexten : bedrijf, contacten leggen en onderhouden, afspraken maken, tijdsplanning en routebeschrijving, productvergelijking, bestellingen, arbeidsorganisatie, instructies bij het werk.
Taalsysteem :
- syntaxis en morfologie: werkwoorden, substantieven, adjectieven, bijwoorden,
voornaamwoorden, lidwoorden, getallen, voorzetsels, voegwoorden
- woordenschat
- spelling
- uitspraak en intonatie
Vaardigheden :
- luisteren en spreken: voorstelling, telefoongesprek,
- lezen en schrijven: personalia, memo, e-mail,
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 08. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 09. Een ingesteldheid hebben tot levenslang leren
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Systematische kennis hebben van de kernelementen van een discipline.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties