Bij de fabricage en behandeling van goederen ontstaat er haast onvermijdelijk een afvalstroom en dus een invloed op de omgeving: afvalwater, geurhinder, afvalstoffen, geluidsoverlast. Je krijgt een overzicht van deze afvalstromen in de vorm van water-, bodem- en luchtverontreiniging en van verontreiniging door afvalstoffen. Telkens bespreken we hun effecten op het milieu. Bij elke afvalstroom lichten we ook de bestaande milieuwetgeving (o.a. Vlarem) en het milieubeleid toe, samen met milieuverplichtingen voor een bedrijf, zoals de milieuvergunning, de afvalstoffenmelding, de aanstelling van een milieucoördinator en de aansprakelijkheden m.b.t. milieu. Het gehalte aan verontreinigende componenten in afvalwater, lucht, bodem is een belangrijke parameter in de milieureglementering (Vlarem). De overheid legt maximaal toelaatbare waarden op voor heel wat parameters. Je bestudeert technieken om deze gehaltes te bepalen. Verder bekijken we hoe je in een bedrijfsproces de afvalstromen, en dus ook hun kost, met preventieve maatregelen kunt verminderen. Tot slot bespreken we een milieubeheerssysteem.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C11 Kan rekening houden met milieuzorg en de invloed daarop van parameters als wetgeving.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
gevaarlijke producten