In dit opleidingsonderdeel verwerft de student inzichten en vaardigheden die hij/zij nodig heeft om in relatie te treden met kinderen, jongeren, ouders, collega's en directie. Daarom is het belangrijk dat hij/zij sociaal vaardig bent. Het opleidingsonderdeel staat in de drie jaren van de opleiding op het programma. In het eerste jaar ligt de klemtoon op het inzicht krijgen in de eigen omgangsstijl en sociaal gedrag met behulp van een aantal instrumenten en kaders. De student leert de eigen sociale vaardigheden versoepelen, verfijnen en verruimen. Hij/zij onderzoekt in een eerste fase de relatie met zichzelf om daarna de stap te zetten naar de relatie met 'een ander' en met de groep. Hij/zij denkt na over opvoeding vanuit eigen ervaringen en staat stil bij verschillende opvoedingsstijlen en het gezinspedagogisch kader.
A. Algemene competenties
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
C. Beroepsspecifieke competenties
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Geen voorkennis vereist.