A. Algemene competenties
- 01. Op een wetenschappelijke wijze kunnen denken en handelen
- 02. Kunnen omgaan met complexe problemen
- 03. Beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context
- 05. Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 03. Kunnen toepassen van paradigma' s in het domein van de wetenschappen en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma' s
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
Biowetenschappen (ABA) / / Chemie
B. Competenties