Als sluitstuk van de opleiding maakt de student een eindwerk. Het is een geschreven stuk waarin hij op grond van persoonlijke lectuur of onderzoek en bij voorkeur experimentele toepassing binnen de eigen stage-activiteit, een bepaald vakaspect onderzoekt en vervolgens didactisch verwerkt. Het eindwerk kan individueel of met twee of drie worden gemaakt. In dit laatste geval moet de bijdrage van elke student duidelijk aangegeven en herkenbaar zijn.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties