Verschillende onderwerpen uit de klinische chemie zoals eiwitten en enzymen, vetten, bloedglucose, stikstofhoudende afvalstoffen, tumormerkers, catecholamines, sporenelementen, hormonen, 'drugs of abuse', therapeutische drugmonitoring zal je bestuderen op de volgende manier: eerst een biochemische en fysiologische situering, dan de pathologie en later de analysetechnieken. Tijdens het labo klinische chemie heb je dan de kans om de theoretische leerstof aan de praktijk te toetsen en om vaardigheid in analytisch werk te verwerven. Hier ben je niet alleen de uitvoerder van experimenten, gesteund door een grondige voorbereiding kan je het verloop van het experiment en de resultaten ervan kritisch evalueren. Je bedient zelf de spectrofotometer en je evalueert je na afloop de verkregen resultaten met de referentiewaarden van de bepaalde parameter. Gegevens uit de literatuur kan je gebruiken om je kennis van de achtergrond en de technieken uit te diepen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 De BLter kan doordacht wetenschappelijke informatie en kennis aanwenden om een kwalitatief hoogstaande functionaliteit te garanderen.
- C02 De BLter is in staat om nauwkeurig, betrouwbaar, kritisch, systematisch en efficiënt laboratoriumanalyses uit te voeren (= voorbereiding en meten) met aandacht voor de eisen van een georganiseerd kwaliteitssysteem.
- C03 De BLter kan de bekomen onderzoeksresultaten en meetgegevens op een correcte wijze verwerken in een rapport en dit professioneel overbrengen aan derden.
- C04 De BLter is vertrouwd met de specifieke veiligheids-, milieutechnische, hygiënische en deontologische principes of aspecten van het werken in een medisch, bio(techno)logisch of farmacologisch laboratorium en kan de voorschriften terzake correct toepassen.
- C05 De BLter kan werkschema’s opstellen en chronologisch plannen en kan deze werkschema’s binnen een redelijk tijdsbestek uitvoeren.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties