Het opleidingsonderdeel stage geeft de student de
kans om handelingsbekwaamheid te verwerven in reële praktijksituaties. Voor stage A geldt het eerste stageniveau. De klemtoon ligt op het observeren van het klasgebeuren en de student leert het klasgebeuren in de juiste banen te
leiden. Hij oriënteert zich op het begeleiden van kinderen in hun leer- en ontwikkelingsprocessen.
A. Algemene competenties
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C02 Opvoeder.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C08 Partner van externen.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
- C10 Cultuurparticipant.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties