1. Kennis en inzicht in de evolutie van de didactiek van het informatica onderwijs
2. vakspecifieke componenten bij het maken van de lesvoorbereiding
- specifieke werkvormen
- gebruik van multimedia
- ...
3. Studie van de leerplannen informatica en raamplan ICT van het vrij onderwijs
4. kennis, inzichten en vaardigheden bij
- gebruik van handboeken
- de verschillende niveaus voor praktijkoefeningen informatica
- het ontwikkelen van eigen les- en cursusmateriaal
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C04 Organisator.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- De student bezit de nodige competenties om computerbegrippen, vaardigheden, leerstofonderdelen op een eenvoudige maar duidelijke en correcte wijze uit te leggen, te demonstreren en/of te situeren.
- De student kan eigen materiaal ontwikkelen en aanpassen aan een specifieke doelgroep.
- De student kan handboeken en cursussen vanuit een kritisch oogpunt beoordelen.
- De student kan aangepaste oefeningen en werkbladen in verschillende niveaus herkennen en opstellen.
2. Inhoudelijk expert
- De student kent de visie en beheerst de leerstof en basisvaardigheden zoals beschreven in het raamplan ICT van de eerste graad van het secundair onderwijs en de leerplannen AV Informatica van de tweede graad secundair onderwijs.
- De student is competent om een lesvoorbereiding te maken voor een les informatica voor ASO, TSO, KSO en BSO over systeemsoftware, tekstverwerking, rekenbladen, databasebeheer, Internet, computerconfiguratie en probleemoplossen.
3. Organisator
- De student is competent om vakspecifieke componenten bij het maken van de lesvoorbereiding kritisch en verantwoord te selecteren en te hanteren.
4. Lid van de onderwijsgemeenschap
- De student is zich bewust van de evolutie van de didactiek van het informatica-onderwijs.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Van de student wordt verwacht dat hij/zij kan rekenen en bouwen op een creatieve, open en gedreven houding.
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- materiaal op WWW
B. Verplichte leermiddelen
Goris M. & Pluymers, J-P., "Vakdidactiek informatica", niet uitgegeven cursus, KHK, 2007
C. Aanbevolen leermiddelen
De student beschikt thuis over een computer met netwerkaansluiting voor individueel werk.
A. Types
- hoorcollege
- discussieseminarie
- oefenpracticum
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- elektronisch leerplatform
B. Omschrijving
Nieuwe leerinhouden worden hoofdzakelijk aangebracht tijdens hoorcolleges, tijdens dewelke niet enkel wordt gedoceerd, maar gevarieerd gebruik gemaakt wordt van werkvormen die studenten zelf dienen te leren hanteren, zoals groepswerken.
Studenten maken op een sterk afgebakende en begeleide wijze met zelfstandig actie-onderzoek (omtrent vakspecifieke werkvormen, leerplannen informatica en het gebruik van handboeken).
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
In het kader van vakdidactiek informatica krijgen studenten taken die zelfstandig moeten verwerkt worden en voor de klas gepresenteerd. Deze opdrachten worden gequoteerd in het kader van permanente evaluatie.
Nieuwe leerstof en inzichten worden getoetst in een schriftelijk examen, waarin de verschillende behandelde onderwerpen uit de vakdidactiek op evenwichtige wijze aan bod komen. Dit opleidingsonderdeel loopt over beide semesters, maar wordt pas aan het einde van het tweede semester geëxamineerd.