Afstudeerproject (2007-2008)

De student kan kiezen uit vier grote categorieën: (1) Een (nieuw) thema dat niet of weinig aan bod komt in de gangbare klaspraktijk onderzoeken op zijn mogelijkheden om er met kleuters rond te werken. Dit onderzoek resulteert in een product dat de vorm kan aannemen van: een didactische map, een koffer, een ontdekhoek (doos), een video, een website. Tijdens de stage gaat de student in de klas concreet aan de slag rond dit thema, met dit materiaal. Meestal gebeurt dit in de eindstage.(2) Een onderwerp bestuderen dat ofwel meer theoretisch van aard is en van belang op microniveau (klasniveau). Dit onderwerp kan een eigen interessepunt zijn, maar kan ook aangereikt worden vanuit een stageschool, een docent, een onderzoekscentrum, een externe organisatie. Dit onderzoek kan eveneens resulteren in een product dat consulteerbaar is. (3) Een onderzoek/onderwerp op mesonoveau (schoolniveau). Dit onderwerp kan te maken hebben met de introductie van vernieuwingen of met elementen van de school als organisatie. (4) Een onderzoek/ onderwerp op macroniveau (het ruime onderwijsveld). Dit onderwerp kan te maken hebben met nieuuwe maatregelen genomen door de overheid, actuele onderwijsproblematieken, ... Voor de categorieën 2,3 en 4 geldt dat er mogelijk rond dit onderwerp gewerkt wordt tijdens de eindstage (mei). Het kan echter ook zijn dat de student tijdens alle stageperiodes eerder 'onderzoeksmatig' bezig is met dit onderwerp.

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C05 Innovator-onderzoeker.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C08 Partner van externen.
  • C10 Cultuurparticipant.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Inhoudelijke, didactisch-pedagogische, communicatieve en taalcompetenties verworven doorheen heel de opleiding.

A. Type

  • materiaal op leeromgeving

B. Verplichte leermiddelen

(1) Recente en relevante literatuur en/of onderzoeksgegevens (2) Veld-en stageërvaringen

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • projectwerk
  • groepswerk

B. Omschrijving

Studenten worden begeleid in kleine groepen en maken op regelmatige basis een afspraak met hun begeleider.

A. Types

  • paper/werkstuk
  • presentatie
  • peer assessment

B. Omschrijving

Welke evaluatievormen ga je gebruiken en hoe zijn de punten verdeeld? Er wordt gedifferentieerd in het groepscijfer op basis van peer-assessment, individuele bijdragen in het samenwerkingsproces en aan het werkstuk.
1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm % vorm % vorm
100 Werkstuk + presentatie.
OA:
11261290
Code:
11261290
Vakcoördinator:
Mieke Bogaerts
Semester:
1+2
Studiepunten:
6
Onderwijstaal:
Nederlands