1. Didactiek
Didactisch kader:
°doelen
°vraagstelling, werkvormen en organisatie
°VOET (introductie)
2. Onderwijsorganisatie
3. Verkennen van de doelgroep
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De student kan de principes van het ervaringsgericht onderwijs hanteren als richtsnoer voor goed onderwijs.
De student kan de verschillende componenten van het didactisch model verduidelijken en in een eenvoudige context toepassen.
De student heeft een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de verschillende persoonlijkheidsdomeinen doorheen de verschillende leeftijdsfasen.
2. Inhoudelijk expert
De student kan actuele thema's over onderwijs opvolgen, duiden en situeren in de onderwijsstructuur.
3. Partner van ouders en verzorgers
De student kan discreet omgaan met (observatie)gegevens.
4. Lid van de onderwijsgemeenschap
De student kan een begrippenkader hanteren i.v.m. het onderwijslandschap in Vlaanderen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
- cursus
- audiovisueel materiaal
- materiaal op leeromgeving
- Andere:
B. Verplichte leermiddelen
cursus
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- projectwerk
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- paper/werkstuk
- presentatie
B. Omschrijving
monitoraat