Goede gezondheidsvoorlichting gebeurt systematisch. Daarom gaat er extra aandacht uit naar de planning van gezondheidsvoorlichting voor groepen en individuele cliënten. De psychosociale invloeden op gezond en ongezond gedrag en de bijhorende interventies voor gezondheidsvoorlichting vormen de kern van deze onderwijsactiviteit.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
C. Beroepsspecifieke competenties
- C03 Een verpleegkundig professionele relatie aangaan gebruik makend van communicatieve vaardigheden.
- C09 Doelstellingen formuleren en zorgplan opstellen, afgestemd op het cliëntsysteem en op het zorgsysteem.
Toelichting:
Studenten kunnen op een systematische wijze een gezondheidsvoorlichting plannen.
Studenten kunnen gedragsdeterminanten van gezond gedrag herkennen in vragenlijsten, interventies en gevalsbeschrijvingen.
Studenten kunnen aangepaste interventies voor gezondheidsvoorlichting voorstellen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Verdyck Marc, 2006. Gezondheidsvoorlichting. Niet gepubliceerde cursus, KHKempen, Turnhout, 85p. Verdyck Marc, 2005. Werkboek gezondheidsvoorlichting. Niet gepubliceerde werkmap, KHKempen, Turnhout, 11p. Aanbevolen literatuur: Brug J. e.a. (2003) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering. Een planmatige aanpak. Assen: Koninklijke Van Gorcum.
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
B. Omschrijving
De cursus start met enkele hoorcolleges. Nadien worden deze inzichten toegepast op concrete situaties. Deze opdrachten worden individueeel en of in groep opgelost en nadien besproken.
A. Types
- schriftelijk examen
- mondeling examen
B. Omschrijving
De opdrachten en oefeningen op het schriftelijk examen gelijken op de opdrachten en oefeningen die in het werkboek vermeld staan.
Een kleiner aantal vragen peilen naar kennis en inzicht.