In functie van de aard en het type stagebedrijf worden volgende aspecten via opdrachten behandeld: steriliteit en hygiene, diverse aspecten tijdens het spreekuur, afvalbeheer, communicatie, chirurgie, hospitalisatie, geneesmiddelenbeheer, bijzondere diersoorten, anesthesie, specialisaties,
Deze bundels worden tijdens stage-evaluatie doorgenomen en beoordeeld door de stagebegeleider. Aan het einde van elke stageperiode (einde 2e jaar en einde van het 1e semester in het 3e jaar) wordt de student getoetst ivm zijn praktijk kennis met behulp van een mondeling examen.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeƫn, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
Toelichting:
Studenten lopen 2 dagen per week stage in een praktijk of bedrijf. Ze volgen alle activiteiten op de werkvloer met als doel zowel beroepsspecifieke, management gerichte en communicatieve competenties te verwerven.
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
C. Beroepsspecifieke competenties
Toelichting:
De studentenstagiairs ervaren vanuit een stage op een extern productiebedrijf, binnen de gekozen afstudeerrichting, de praktijk.
Volgende basisdoelstellingen zullen hier moeten bereikt worden:
- voorkomende basishandelingen oefenen
- inzichten verwerven in de teelttechnische, arbeidskundige, technische aspecten van een bedrijf
- opgedane ervaringen evalueren vanuit bedrijfseconomisch en sociaal oogpunt
- alle bedrijfskundige aspecten van het stagebedrijf analyseren
- haalbare alternatieven formuleren voor de zwakkere punten in het bedrijfsbeheer
Tijdens de stageperiode worden de studenten bij de analyse van de bedrijfsvoering begeleid. Hiermee tracht men volgende doelstellingen te bereiken:
- integratie van theorie met praktijk
- controle over de stageopdrachten, over het stageverloop, de houding en de werkijver van de student
- in vraag stellen van en bediscussiƫren van bedrijfsvoeringen
- sociale en maatschappelijke problemen onderkennen
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
geen
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
geen
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
B. Omschrijving
A. Types
- mondeling examen
- permanente evaluatie
B. Omschrijving
Studenten krijgen op de stageplaats een begeleider toegewezen die hen opvolgt naar werkzaamheden en ondersteunt met de opgelegde opdrachten.