- De student maakt kennis met belangrijke verhalen uit het Nieuwe Testament. Deze verhalen worden historisch en thematisch-theologisch gekaderd. Tevens worden er krijtlijnen uitgezet voor een zinvolle didactische verwerking van deze verhalen op het niveau van de lagere school.
- Verschillende werkvormen worden aangereikt met het ook op een diepgaande levensbeschouwelijke communicatie met de kinderen én de studenten.
- Zowel vanuit inhoudelijk als vanuit vakdidactisch oogpunt gaan we in op het belang van rituelen en levensbeschouwelijke feesten.
A. Algemene competenties
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C10 Cultuurparticipant.
Toelichting:
Inhoudelijk expert
- De student kan via thematische leessleutels nieuwtestamentische verhalen kaderen en kan die verhalen op een verantwoorde manier hanteren in de lagere school.
Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- De student kan tot diepgaande levensbeschouwelijke communicatie met kinderen komen via geëigende werkvormen.
Cultuurparticipant
- De student kan met een open en onbevooroordeelde blik christelijke en andere levensbeschouwelijke verhalen en rituelen interpreteren.
Innovator-onderzoeker
- De student kan zichzelf zinvol positioneren op levensbeschouwelijk vlak.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
Competenties van het overeenkomstige OO in het voorgaande programmajaar verworven hebben of geslaagde zijn voor het vorige programmajaar.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
- K. Aubroeck, godsdienst 2, onuitgegeven cursus, 2008
- K. de Kort, Kijkbijbel, Nederlands Bijbelgenootschap, Utrecht, 2002
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- oefenpracticum
- Andere: bezinningsdag
B. Omschrijving
A. Types
B. Omschrijving
Het examen is volledig mondeling en bestaat uit twee delen: een gedeelte over de cursus (70%) en een gedeelte over het zelfstandig werk (30%). De werkwijze en de verdeling van de punten is voor de tweede en de derde zittijd hetzelfde.
In de lessen worden heel wat werkvormen en materialen aangereikt voor de stagelessen godsdienst. Aansluitend op de lessen kunnen studenten extra begeleiding krijgen in functie van het integreren van deze werkvormen en materialen in hun eigen klaspraktijk.