In deze module richten we ons op nieuwe en andere (alternatieve) invalshoeken in het onderwijsgebeuren.
Binnen opvoedende wetenschappen gaan we even een kijkje nemen bij het alternatief onderwijs. We krijgen een zicht op de klemtonen die in deze verschillende scholen gelegd worden. We ontdekken werkvormen die ook onze manier van lesgeven kunnen beïnvloeden. Het bezoek aan een alternatieve school zet deze theorieën kracht bij.
Bij wiskunde houden we ons bezig met de vernieuwingen die het leerplan wiskunde heeft binnengebracht. Vernieuwingen waar de student in de lagere school nog niet mee te maken kreeg. We richten ons zowel tot het theoretisch kader, leerplannen en leerlijnen, als tot de praktische invulling in de verschillende methodes.
We verkennen verschillende methodes om kinderen op een speelse en ongedwongen manier kennis te laten maken met andere talen : zowel talensensibilisering als taalinitiatie krijgen hier aandacht. Taalspelletjes, hoekenwerk, maar ook alternatieve methodes (vb. taakgerichte taalmethodes) om het Frans zelfs al bij erg jonge kinderen aan te brengen, komen uitgebreid aan bod en worden in de praktijk uitgeprobeerd.
De bewegingspedagogiek van Sherborne leunt zeer dicht aan tegen de basisvoorwaarden van het ontwikkelingsplan voor de katholieke kleuterschool. Door doelgericht gebruik te maken van bewegingssituaties en lichamelijkheid proberen we de relatie kind, anderen en wereld op één of andere manier te verbeteren.
Voor ICT gaan we samen op zoek naar verschillende sites die nuttig kunnen zijn om je taak als onderwijzer te kaderen. We nemen ook een kijkje bij de elektronische agenda en het rapport. Op aanvraag gaan we ook in om workshops te volgen om één of andere vaardigheid of programma dat handig is in de lagere school (verder) onder de knie te krijgen.
Een heel gevarieerde module dus waarin vernieuwing en alternatief onderwijs de plak zwaaien.
A. Algemene competenties
- 01. Denk- en redeneervaardigheid
- 02. Informatie verwerven en verwerken
- 03. Kritisch reflecteren
- 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
- 05. Leiding geven
- 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
- 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben
B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties
- 08. Teamgericht kunnen werken
- 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
C. Beroepsspecifieke competenties
- C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
- C03 Inhoudelijk expert.
- C05 Innovator-onderzoeker.
- C06 Partner van ouders en verzorgers.
- C07 Lid van schoolteam.
- C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
NIEUWE KLEMTONEN IN HET LEERPLAN WISKUNDE
Functioneel geheel 1
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vaardigheid 1.2 Doelstellingen kiezen en formuleren
Vaardigheid 1.7 Realiseren van een krachtige leeromgeving
Functioneel geheel 3
De leraar als inhoudelijk expert
Vaardigheid 3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de leergebieden (incl. Frans) en leergebiedoverschrijdende thema's volgen
Vaardigheid 3.2 De verworven kennis en vaardigheid aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk
Functioneel geheel 5
De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
Vaardigheid 5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
Vaardigheid 5.3 Het eigen functioneren bevragen en bijsturen
OPVOEDKUNDE SPECIFIEK
Functioneel geheel 5
De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
Vaardigheid 5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
5.1.1 De leraar kan vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden
5.1.2 De leraar kan in samenspraak met het schoolteam vernieuwende inzichten die zich in de samenleving aandienen in zijn onderwijspraktijk integreren
De ondersteunende kennis omvat kenmerken van schoolcultuur, relevante informatiebronnen met betrekking tot ontwikkelingen over onderwijs en samenleving, waaronder gelijke onderwijskansen en participatie.
Functioneel geheel 9
De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
Vaardigheid 9.1 Deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's
De ondersteunende kennis omvat recente ontwikkelingen in onderwijs en referentiekaders om ontwikkelingen in onderwijs te duiden.
Vaardigheid 9.2 Dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving
ICT
Functioneel geheel 3
De leraar als inhoudelijk expert
Vaardigheid 3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de leergebieden (incl. Frans) en leergebiedoverschrijdende thema's volgen
Kennen en kunnen gebruiken van elektronische agenda en rapporteringsprogramma.
Wij maken kennis met DOELbewust en DOELpunt.
Vaardigheid 3.2 De verworven kennis en vaardigheid aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk
Functioneel geheel 4
De leraar als organisator
Vaardigheid 4.3 Op correcte wijze administratieve taken uitvoeren
Rapport en agenda invullen.
Vaardigheid 4.4 Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen
Bij het opzoeken van sites zich richten op sites met een educatief karakter.
Functioneel geheel 6
De leraar als partner van de ouders/verzorgers
Vaardigheid 6.2 Met ouders/verzorgers communiceren over hun kind in de school
Communicatie met ouders via rapport.
Functioneel geheel 7
De leraar als lid van een schoolteam
Vaardigheid 7.4 Zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen
Raadplegen van sites waarop de leerkracht zich kan documenteren.
SHERBORNE
Functioneel geheel 1
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vaardigheid 1.1 De beginsituatie van de kinderen en de leerlingengroep achterhalen
Je hebt inzicht in de motorische en lichamelijke ontwikkeling van de kinderen van de eerste graad.
Vaardigheid 1.3 De leerinhouden/leerervaringen selecteren
Je kan een gepast en uitdagend bewegingsaanbod geven aan de verschillende ontwikkelingsniveaus.
Functioneel geheel 2
De leraar als opvoeder
Vaardigheid 2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school
Je kan vertrouwen schenken en aandacht besteden aan sociale vaardigheden.
Vaardigheid 2.2 De emancipatie van de kinderen bevorderen
Je kan het zelfbeeld en de zelfstandigheid van de zesjarige bevorderen.
Functioneel geheel 3
De leraar als inhoudelijk expert
Vaardigheid 3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de leergebieden (incl. Frans) en leergebiedoverschrijdende thema's volgen
Je kent de bewegingspedagogiek van V. Sherborne.
Vaardigheid 3.2 De verworven kennis en vaardigheid aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk
Je kan die kennis raadplegen en zinvol toepassen.
Functioneel geheel 4
De leraar als organisator
Vaardigheid 4.4 Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen
Je kan een veilig en aantrekkelijk bewegingslandschap aanbieden.
Je kan een gepast en uitdagend bewegingsaanbod geven aan de verschillende ontwikkelingsniveaus.
Functioneel geheel 5
De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
Vaardigheid 5.2 Kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek relevant voor de eigen praktijk
Je kan informatiebronnen raadplegen en zinvol gebruiken.
Vaardigheid 5.3 Het eigen functioneren bevragen en bijsturen
SENSIBILISERING VAN DE TWEEDE TAAL
Functioneel geheel 1
De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vaardigheid 1.4 De leerinhouden/leerervaringen structureren en vertalen in onderwijsaanbod
Mogelijkheden tot vakoverschrijdende activiteiten (ism muzische vakken) kennen en bereid zijn deze toe te passen in de lessen Frans in de basisschool.
Vaardigheid 1.5 Een aangepaste werkvorm en groeperingsvormen bepalen
Geschikt oefenmateriaal (in de vorm van contractwerk, werkbrief of hoekenwerk) verzamelen, selecteren en aanmaken, aangepast aan verschillende leertypes
Vaardigheid 1.6 Individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen
Beschikbaar materiaal kennen en kunnen beoordelen, zowel voor formeel taalonderwijs Frans als voor taalsensibilisering en taalinitiatie.
Vaardigheid 1.7 Realiseren van een krachtige leeromgeving
ICT en multimedia die geschikt zijn voor leren van Frans in de basisschool kennen, selecteren en functioneel leren gebruiken.
Vaardigheid 1.9 Observeren/proces en product evalueren met het oog op bijsturing en differentiatie
Functioneel geheel 3
De leraar als inhoudelijk expert
Vaardigheid 3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties in verband met inhouden en vaardigheden uit de leergebieden (incl. Frans) en leergebiedoverschrijdende thema's volgen
Basiskennis van het Frans beheersen en dit aantonen door foutloze oefeningen en opdrachten op te stellen.
Functioneel geheel 4
De leraar als organisator
Vaardigheid 4.4 Een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen
In staat zijn een taalhoek in te richten, verzamelen van materiaal voor contractwerk, hoekenwerk, taalspelletjes enz.
Functioneel geheel 5
De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
Vaardigheid 5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
Principes van taakgericht onderwijs kennen en kunnen aanwenden.
Taalsensibiliserings- en taalinitiatie- initiatieven kennen en bereid zijn deze toe te passen.
A. Volgtijdelijkheid
B. Competenties
De student is op de hoogte van het reilen en zeilen van de 'gewone' lagere school.
De student heeft al enige praktijkervaring in het 'gewone' onderwijs in de basisschool.
De student is gewend om de computer, meer bepaald het internet, te gebruiken.
De student is vertrouwd met de wiskunde van de lagere school.
A. Type
B. Verplichte leermiddelen
Moduleboek
C. Aanbevolen leermiddelen
A. Types
- hoorcollege
- groepswerk
- begeleide zelfstudie
- oefenpracticum
- elektronisch leerplatform
B. Omschrijving
A. Types
- schriftelijk examen
- permanente evaluatie
- aan de computer
- praktische proef
B. Omschrijving
Nieuwe klemtonen in het leerplan wiskunde 25 %
Alternatieve onderwijssystemen 20 %
ICT 10 %
Sherborne 15 %
Sensibilisering van de tweede taal 30 %
De student maakt kennis met alternatieve scholen en verdiept zich hierin dankzij observatie-opdrachten.
De student maakt kennis met de specifieke bewegingsoefeningen van Sherborne.
De student gaat dieper in op de theorie van de nieuwe klemtonen in het wiskundeleerplannen. Praktische oefeningen worden ook aangeboden.
De student maakt een oefening voor ruimtelijke oriëntatie die onmiddellijk praktisch bruikbaar is bij de stage.
De student maakt kennis met een elektronische agenda en elektronische rapportering.