Pedagogisch didactische vorming deel 4 (2007-2008)

- Sociaal-emotionele problemen - Inleiding op leer- en gedragsproblemen - Stilstaan bij het 'leren' van kinderen - Evalueren - Maatschappelijke invloeden op opvoeding en onderwijs

A. Algemene competenties

  • 01. Denk- en redeneervaardigheid
  • 02. Informatie verwerven en verwerken
  • 03. Kritisch reflecteren
  • 04. Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling
  • 06. Beschikken over het vermogen tot communiceren van informaties, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
  • 07. Een ingesteldheid tot levenslang leren hebben

B. Beroepsgerichte/ Algemeen wetenschappelijke competenties

  • 08. Teamgericht kunnen werken
  • 09. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
  • 10. Besef hebben van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

C. Beroepsspecifieke competenties

  • C01 Begeleider leer- en ontwikkelingsprocessen.
  • C02 Opvoeder.
  • C03 Inhoudelijk expert.
  • C06 Partner van ouders en verzorgers.
  • C07 Lid van schoolteam.
  • C09 Lid van de onderwijsgemeenschap.
Toelichting:
Typefunctie 1: De student als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: - De student verwerft inzicht in de verschillende componenten van leren en kan de leer- en denkprocessen van kinderen bevorderen. - De student kan de principes van het procesgerichte en productgerichte kindvolgsysteem uitleggen. - De student is in staat om diagnose te stellen van de leervorderingen van leerlingen en zijn instructie erop af te stemmen. - De student kan verschillende vormen van harde en zachte evaluatievormen uitleggen. - De student is in staat om procesgerichte feedback te geven, op basis van gegevens over het verloop, de werkwijze en het resultaat van een lesactiviteit. - De student kan prestaties correct en objectief interpreteren en beoordelen. - De student kan foutenanalyses maken. Typefunctie 2: De student als opvoeder: - De student is in staat om signalen van kinderen met problemen te herkennen, hieruit de hulpvraag te expliciteren en in functie hiervan positief stimulerende maatregelen te nemen. - De studenten kunnen aangeven welke opvoedingsinstanties ze kunnen raadplegen met het oog op een optimale ondersteuning van zorgvragende kinderen. Typefunctie 3: De student als inhoudelijke expert: - De student heeft inzicht in de pedagogisch- didactische leerinhouden. (zie 'leerinhouden') - De student kan verschillende visies op leren met elkaar vergelijken. - De student kan verschillende visies op leren uitleggen en kan deze aanwenden in de pedagogisch-didactische praktijk. Typefunctie 6: De student als partner van ouders/verzorgers: - De student kan discreet omgaan met gegevens over het kind. Typefunctie 7: De student als lid van het schoolteam: - De student maakt kennis met mogelijke vormen van samenwerking op vlak van preventie en remediëring van moeilijkheden bij kinderen. Typefunctie 9: De student als lid van de onderwijsgemeenschap: - De student is bereid om zich te documenteren over actuele onderwijs- en opvoedkundige thema's. - De student kan het voorkomen van problemen bij kinderen linken aan maatschappelijke evoluties.

A. Volgtijdelijkheid

B. Competenties

Competenties van het overeenkomstige OO in het voorgaande programmajaar verworven hebben of geslaagd zijn voor het vorige programmajaar.

A. Type

  • cursus
  • Andere: artikels uit pedagisch-didactische tijdschriften

B. Verplichte leermiddelen

- Ontwikkelingsdoelen en eindtermen. Informatiemap voor de onderwijspraktijk, gewoon basisonderwijs.1999 - Brochure studiedag kindermishandeling - Smolderen, C. (2007). Onuitgegeven cursus PDV4. KHKempen, Turnhout - Artikels uit pedagogisch-didactische tijdschriften

C. Aanbevolen leermiddelen

A. Types

  • hoorcollege
  • groepswerk
  • begeleide zelfstudie

B. Omschrijving

A. Types

  • schriftelijk examen
  • mondeling examen
  • paper/werkstuk

B. Omschrijving

1ste examenperiode 2de examenperiode 3de examenperiode
% vorm % vorm % vorm
75% Schriftelijk examen 75% Schriftelijk examen
25% Mondeling examen (studenten maken gebruik van hun papers) 25% Mondeling examen (studenten maken gebruik van hun papers)
- Duidelijke doelstellingen geformuleerd in de cursus - Mogelijkheid om opdrachten (zelfstandig werk) in te dienen en er feedback op te krijgen - Differentiatie-uren (3 uren). Hiervan kunnen studenten gebruik maken voor extra ondersteuning bij het uitwerken / studeren van dit opleidingsonderdeel. - Mogelijkheid tot vragen stellen bij begin en einde les
OA:
10255260
Code:
10255260
Vakcoördinator:
Carin Smolderen
Semester:
2
Studiepunten:
3
Onderwijstaal:
Nederlands